Vocabulary exercise – 24D – CONTEXT
/by bartdepauQuiz Summary
0 of 36 Questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Results
Results
0 of 36 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- Current
- Review
- Answered
- Correct
- Incorrect
-
Question 1 of 36
1. Question
Het is mooi _________. Het is 23 graden en de zon schijnt. Het is niet bewolkt.
CorrectIncorrect -
Question 2 of 36
2. Question
Wat voor ___________ is het vandaag?
CorrectIncorrect -
Question 3 of 36
3. Question
______________________________
– Ik weet het niet. We kunnen op televisie naar het weerbericht kijken.CorrectIncorrect -
Question 4 of 36
4. Question
Marieke luistert naar ___________________ op de radio. Ze wil weten of het gaat regenen. Ze wil vandaag graag naar Orvelte fietsen met Bart.
CorrectIncorrect -
Question 5 of 36
5. Question
Carl krijgt een __________ via Whatsapp van zijn zus uit Zwitserland. Ze schrijft: ‘Het sneeuwt, het vriest en het stormt.’
CorrectIncorrect -
Question 6 of 36
6. Question
‘________________’ zegt de man in de bus. Ik antwoord: ‘Zeker! De zon schijnt en het regent niet.’
CorrectIncorrect -
Question 7 of 36
7. Question
Lekker weer, hè! _________! De temperatuur is goed: 24 graden en de zon schijnt. Ik ga lekker naar het strand!
CorrectIncorrect -
Question 8 of 36
8. Question
Het stormt en het hagelt vandaag. Gisteren was het ______________. Gisteren scheen de zon en stormde het niet.
CorrectIncorrect -
Question 9 of 36
9. Question
____________________ wil ik thuis op de bank naar een film kijken. Het regent en het stormt. Het is een goede dag om binnen te zijn.
CorrectIncorrect -
Question 10 of 36
10. Question
Ik kijk naar de thermometer en zie __________________. Het is vandaag 30 graden. Dat is warm.
CorrectIncorrect -
Question 11 of 36
11. Question
Hoeveel graden is het?
– Ik weet het niet. Je kunt op __________________ in de woonkamer kijken.CorrectIncorrect -
Question 12 of 36
12. Question
Het is bijna herfst, maar het lijkt zomer. De zon schijnt en het is vandaag 29 _______.
CorrectIncorrect -
Question 13 of 36
13. Question
Het is winter. Het vriest. Het is één ___________ onder nul.
CorrectIncorrect -
Question 14 of 36
14. Question
Het weerbericht: De zon _____________. Het wordt 19 graden en het waait vandaag niet.
CorrectIncorrect -
Question 15 of 36
15. Question
Het stormt. Ik hoor de donder en ik zie de bliksem. Het is ______________. Ik wil vandaag niet fietsen.
CorrectIncorrect -
Question 16 of 36
16. Question
Wat is __________? Dat is regen, mist, sneeuw of hagel.
CorrectIncorrect -
Question 17 of 36
17. Question
Ik wil weten of het gaat __________________, want ik ga fietsen.. Ik kijk op Buienradar.nl. Ik zie dat de regen om 15:00 uur begint.
CorrectIncorrect -
Question 18 of 36
18. Question
Het is herfst. _____________ vandaag. Gisteren regende het ook. En ik denk dat het morgen ook gaat regenen.
CorrectIncorrect -
Question 19 of 36
19. Question
______________ valt hard op de straat. Ik zie veel water.
CorrectIncorrect -
Question 20 of 36
20. Question
De kinderen kijken door het raam. Het is winter. Ze willen dat het gaat ____________. Ze spelen graag in de sneeuw.
CorrectIncorrect -
Question 21 of 36
21. Question
Het is winter.________________. De kinderen maken ballen van de sneeuw. Ze spelen in het park.
CorrectIncorrect -
Question 22 of 36
22. Question
___________ ligt op straat. De auto’s rijden langzaam.
CorrectIncorrect -
Question 23 of 36
23. Question
Ik wil niet dat het gaat _________________. Mijn auto staat buiten. Hagel is niet goed voor de auto. En ook niet voor je hoofd. Au!
CorrectIncorrect -
Question 24 of 36
24. Question
Suzanne is op de zolder van het huis van haar opa en oma. Ze hoort ___________ boven het dak. Het waait hard.
CorrectIncorrect -
Question 25 of 36
25. Question
__________________zijn molens die energie geven. In Nederland zie je veel ______________, op het land en in de zee.
CorrectIncorrect -
Question 26 of 36
26. Question
De tulp, de klomp en ___________ zijn typisch Nederlands.
CorrectIncorrect -
Question 27 of 36
27. Question
________________ hard. Sven is op het strand. Hij voelt de wind in zijn haar en op zijn lichaam. Hij gaat surfen.
CorrectIncorrect -
Question 28 of 36
28. Question
____________ is zwaar. Het waait heel hard. Ik kan niet snel fietsen.
CorrectIncorrect -
Question 29 of 36
29. Question
Mijn dochter houdt niet van ______________. Ze gaat onder haar bed in haar slaapkamer liggen, wanneer het dondert en bliksemt.
CorrectIncorrect -
Question 30 of 36
30. Question
De jongen ziet eerst ________. Dan hoort hij de donder. Het onweert hard.
CorrectIncorrect -
Question 31 of 36
31. Question
Het weer is slecht. Het onweert. Ik zie de bliksem en ik hoor _____________. Ik blijf lekker binnen.
CorrectIncorrect -
Question 32 of 36
32. Question
Het is ochtend. Mijn zus rijdt met de auto in ________________. Ze ziet de snelweg niet goed.
CorrectIncorrect -
Question 33 of 36
33. Question
Achter de ___________ schijnt de zon.
CorrectIncorrect -
Question 34 of 36
34. Question
Ik zie de zon niet. Ik zie veel wolken. Het is ______________.
CorrectIncorrect -
Question 35 of 36
35. Question
Nu is het 1 graad. Morgen gaat het ____________. Het wordt morgen heel koud: 4 graden onder nul.
CorrectIncorrect -
Question 36 of 36
36. Question
Het is winter. De kinderen spelen op ________________. Ze dragen mutsen en handschoenen.
CorrectIncorrect