Vocabulary exercise – 23D – CONTEXT
/by bartdepauQuiz Summary
0 of 27 Questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Results
Results
0 of 27 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- Current
- Review
- Answered
- Correct
- Incorrect
-
Question 1 of 27
1. Question
600 euro voor een jas?! Ik ___________ dat niet goedkoop!
CorrectIncorrect -
Question 2 of 27
2. Question
Het is 6 uur.
– Wat ______ je?
Ik wil iets eten!CorrectIncorrect -
Question 3 of 27
3. Question
Lars houdt van ____________. Hij voetbalt, wandelt en tennist elke zaterdag en zondag.
CorrectIncorrect -
Question 4 of 27
4. Question
Ik ____________ een biertje.
CorrectIncorrect -
Question 5 of 27
5. Question
Wat ___________ je vandaag doen?
CorrectIncorrect -
Question 6 of 27
6. Question
Lars en Martin gaan kamperen. Ze ____________ een tent _____________. Ze gaan vandaag een tent kopen.
CorrectIncorrect -
Question 7 of 27
7. Question
Mijn neef ____________ de auto op maandag, dinsdag en donderdag. Op woensdag en vrijdag fietst hij.
CorrectIncorrect -
Question 8 of 27
8. Question
Mijn nicht is jarig. Ik ga vandaag naar haar verjaardag. Ik ___________ haar mooie tulpen.
CorrectIncorrect -
Question 9 of 27
9. Question
Opa en oma _____________ over het WK van 1978. Nederland speelde toen tegen Argentinië. Ze herinneren zich dat WK nog goed.
CorrectIncorrect -
Question 10 of 27
10. Question
Gianluca _______________ het huiswerk te maken, maar hij herinnert zich de grammatica niet.
CorrectIncorrect -
Question 11 of 27
11. Question
Ik ___________ op mijn moeder. Zij is ook lang en donker.
CorrectIncorrect -
Question 12 of 27
12. Question
De verkoper van de kledingwinkel ____________ de broeken en de jurken aan de vrouw.
CorrectIncorrect -
Question 13 of 27
13. Question
Het meisje ____________de voetbal aan haar broer ____________.
CorrectIncorrect -
Question 14 of 27
14. Question
De kinderen zijn op schoolreis. Ze ____________ in het pretpark.
CorrectIncorrect -
Question 15 of 27
15. Question
De stoel staat bij de tafel in de woonkamer. Mijn tante __________ op de stoel. Mijn oom is in de keuken.
CorrectIncorrect -
Question 16 of 27
16. Question
De prostituee ____________ achter het raam en kijkt naar de man. De man loopt op de Wallen in Amsterdam.
CorrectIncorrect -
Question 17 of 27
17. Question
Kun je in dit restaurant met een creditcard _________________?
– Ja hoor, dat kan!CorrectIncorrect -
Question 18 of 27
18. Question
Mieke is single. Ze wil graag een man ________________.
CorrectIncorrect -
Question 19 of 27
19. Question
Ik heb een actieve collega bij dit bedrijf. Hij stopt niet met werken om vijf uur. Hij ____________ tot half tien ‘s avonds.
CorrectIncorrect -
Question 20 of 27
20. Question
Hoeveel geld wil je per maand aan kleding ____________?
– Ik heb 100 euro per maand voor kleren nodig.CorrectIncorrect -
Question 21 of 27
21. Question
Het kind ___________ snel, want het eet en het drinkt veel.
CorrectIncorrect -
Question 22 of 27
22. Question
Mijn oma vergeet veel, maar nu ___________ ze _________ iets van gisteren.
CorrectIncorrect -
Question 23 of 27
23. Question
Mag ik je een biertje _____________? Ik betaal!
– Oh… dat is lief. Bedankt!CorrectIncorrect -
Question 24 of 27
24. Question
Mijn tante en oom ______________ naar Brazilië op vakantie te gaan. Het lijkt een goed idee.
CorrectIncorrect -
Question 25 of 27
25. Question
Mijn broer en zijn vriendin ______________ een huis bij het strand. Ze willen in april in het huis gaan wonen.
CorrectIncorrect -
Question 26 of 27
26. Question
Tot wanneer ________________ jullie in Eindhoven?
CorrectIncorrect -
Question 27 of 27
27. Question
Bart zegt tegen Paul: ‘Maak je huiswerk en ______________!’ Hij wil dat de Amerikaanse jongen goed Nederlands leert.
CorrectIncorrect