Lesson 51 – ‘Hebben’ or ‘zijn’ in the present perfect
Watch without subtitles/background music
Transcript
Hallo. | Hello. |
Mijn naam is Bart de Pau, | My name is Bart de Pau, |
online docent Nederlands. | online Dutch teacher. |
Welkom bij ‘Heb je zin?’ | Welcome to ‘Heb je zin?’ (are you in the mood?) |
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen | Today we’ll practise Dutch sentences |
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 26 en 27. | with the grammar from #dutchgrammar-2 lessons 26 and 27. |
In die lessen ik uit | In those lessons I explain |
of je ‘hebben’ of ‘zijn’ moet gebruiken in het perfectum. | whether you need to use ‘hebben’ or ‘zijn’ in the present perfect. |
Voor veel studenten is dit erg moeilijk. | For many students this is very difficult. |
Daarom is het belangrijk dat we dit veel oefenen. | Therefore it is important that we practise a lot. |
Niet alleen in deze aflevering, | Not only in this episode, |
maar ook in de volgende afleveringen. | but also in the following episodes. |
Het is de laatste dag | It is the last day |
van de Dutch Summer School in Drenthe. | of the Dutch Summer School in Drenthe. |
De les is nog niet begonnen. | The lesson hasn’t started yet. |
Soliman en Xing | Soliman and Xing |
zijn wat eerder naar het klaslokaal gekomen. | came to the classroom a bit earlier. |
Ze zitten te praten. | They are talking. |
Soliman zegt tegen Xing: | Soliman says to Xing: |
Gisteravond heb ik een rondje gelopen. | Yesterday I went for a walk. |
Toen zag ik Marieke en Gianluca romantisch dineren. | Then I saw Marieke and Gianluca having a romantic dinner. |
Xing zegt: ‘Ik heb het ook gezien.’ | Xing says: ‘I saw that too.’ |
Ze aten pizza. | They were eating pizza. |
En op die pizza stond een hartje. | And there was a heart on the pizza. |
Ja, ik weet het. | Yes, I know. |
Is dat niet een beetje raar? | Isn’t that a bit strange? |
Marieke zit bij een andere man, | Marieke is with another man, |
terwijl ze met Martin gaat trouwen. | while she is going to marry Martin. |
Daarom ben ik maar niet naar hun toe gegaan. | That’s why I decided it was better not to go to them. |
Op dat moment komt Lars binnen… | At that moment Lars comes in…. |
Martin gaat helemaal niet trouwen met Marieke! | Martin isn’t going to marry Marieke! |
Hij is verliefd, niet verloofd. | He is ‘verliefd’ (in love), not ‘verloofd ‘(engaged). |
Soliman, wat betekent dat ‘verliefd’? | Soliman, what does that mean: ‘verliefd’? |
‘Verliefd’… eh… dat woord heb ik geleerd. | ‘Verliefd’… uh… I’ve learned that word. |
Oh ja, dat is als je gaat trouwen. | Oh yes, that is when you are going to get married. |
Oeps… foutje… | Oops… mistake… |
Martin is gisteravond | Martin had already arrived yesterday evening |
al op het vakantiepark aangekomen. | at the holiday park. |
Hij is vannacht gebleven. | He stayed over last night. |
Hij heeft bij mij op de kamer geslapen. | He slept in my room. |
En? | And? |
Heeft hij nog iets gezegd? | Did he say anything? |
Ik heb niet met hem gesproken, want hij was erg laat. | I didn’t speak with him, because he was very late. |
Maar volgens mij was hij heel vrolijk. | But he seemed very cheerful to me. |
Dus ik denk | So I think |
dat hij met Marieke naar het bruggetje is geweest. | that he went with Marieke to the bridge. |
Hmm… het wordt een beetje moeilijk voor mij… | Hmm… this is getting too difficult for me… |
dus Marieke heeft met Gianluca gegeten | so Marieke had dinner with Gianluca |
en daarna is ze met Martin naar het bruggetje gegaan!? | and after that she went to the bridge with Martin!? |
Martin is niet verloofd met Marieke, | Martin is not engaged to Marieke, |
maar hij is wel verliefd op Marieke… | but he is in love with Marieke… |
Xing zegt: | Xing says: |
Nee, Martin is niet verliefd op Marieke… | No, Martin is not in love with Marieke… |
Martin ‘was’ verliefd op Marieke… | Martin ‘was’ in love with Marieke… |
Imperfectum. | Past tense. |
Nu begrijp ik het niet meer. | Now I don’t understand anymore. |
Eh… ik ook niet… | Uh… me neither… |
Wat weet jij Xing? | What do you know Xing? |
Wat is er gisteravond gebeurd? | What happened last night? |
Xing zegt niets, maar ze moet wel blozen… | Xing doesn’t say anything, but she is blushing… |
Tsja, Lars en Soliman begrijpen het niet. | Well, Lars and Soliman don’t understand. |
Maar ik denk dat wij het wel begrijpen! | But I think we understand! |
Kijk de volgende keer weer naar ‘Heb je zin?’ | Watch ‘Heb je zin?’ again next time |
als je wilt weten hoe het verder gaat. | if you want to know how the story continues. |
Tot dan! | Till then! |
Doei! | Bye! |
Subtitles in other languages
Russian subtitles - с русскими субтитрами
Hallo. | Привет. |
Mijn naam is Bart de Pau, | Меня зовут Барт де Пау, |
online docent Nederlands. | онлайн-преподаватель нидерландского языка. |
Welkom bij ‘Heb je zin?’ | Добро пожаловать на ‘Heb je zin?’ (как настроение?) |
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen | Сегодня мы практикуем предложения на нидерландском |
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 26 en 27. | с грамматикой из #dutchgrammar-2 уроки 26 и 27. |
In die lessen leg ik uit | В этих уроках я объясняю, |
of je ‘hebben’ of ‘zijn’ moet gebruiken in het perfectum. | что уботреблять -‘hebben’ или ‘zijn’- в настоящем совершенном времени. |
Voor veel studenten is dit erg moeilijk. | Для многих студентов это тяжело. |
Daarom is het belangrijk dat we dit veel oefenen. | Поэтому важно, чтоб мы много практиковались. |
Niet alleen in deze aflevering, | Не только в этом эпизоде, |
maar ook in de volgende afleveringen. | но и в последующих. |
Het is de laatste dag | Это последний день |
van de Dutch Summer School in Drenthe. | летней школы нидерландского языка в Дрентене. |
De les is nog niet begonnen. | Урок еще не начался. |
Soliman en Xing | Солиман и Чин |
zijn wat eerder naar het klaslokaal gekomen. | пришли немного пораньше в класс. |
Ze zitten te praten. | Они (сидят) разговаривают. |
Soliman zegt tegen Xing: | Солиман говорит Чин: |
Gisteravond heb ik een rondje gelopen. | Вчера вечером я ходил прогуляться. |
Toen zag ik Marieke en Gianluca romantisch dineren. | Тогда я увидел Марике и Джанлуку за романтическим ужином. |
Xing zegt: ‘Ik heb het ook gezien.’ | Чин говорит: ‘Я тоже это видела.’ |
Ze aten pizza. | Они ели пиццу. |
En op die pizza stond een hartje. | И на пицце было сердечко. |
Ja, ik weet het. | Да, я знаю. |
Is dat niet een beetje raar? | Разве это не очень странно? |
Marieke zit bij een andere man, | Марике сидит с другим мужчиной, |
terwijl ze met Martin gaat trouwen. | в то время как собирается замуж за Мартина. |
Daarom ben ik maar niet naar hun toe gegaan. | Поэтому я решил, что лучше к ним не подходить. |
Op dat moment komt Lars binnen… | В этот момент заходит Ларс…. |
Martin gaat helemaal niet trouwen met Marieke! | Мартин не собирается жениться на Марике! |
Hij is verliefd, niet verloofd. | Он ‘verliefd’ (влюблен), но не ‘verloofd ‘(помолвлен). |
Soliman, wat betekent dat ‘verliefd’? | Солиман, что значит: ‘verliefd’? |
‘Verliefd’… eh… dat woord heb ik geleerd. | ‘Verliefd’… это… я учил это слово. |
Oh ja, dat is als je gaat trouwen. | Ах да, это когда ты собираешься пожениться. |
Oeps… foutje… | Вовсе нет… ошибка… |
Martin is gisteravond | Мартин уже вчера вечером |
al op het vakantiepark aangekomen. | приехал в парк отдыха. |
Hij is vannacht gebleven. | Он остался на ночь. |
Hij heeft bij mij op de kamer geslapen. | Он спал в моей комнате. |
En? | И? |
Heeft hij nog iets gezegd? | Он сказал что-нибудь? |
Ik heb niet met hem gesproken, want hij was erg laat. | Я с ним не разговаривал, потому что он пришел поздно. |
Maar volgens mij was hij heel vrolijk. | Но, по-моему, он был весьма весел. |
Dus ik denk | Так что я думаю, |
dat hij met Marieke naar het bruggetje is geweest. | что он с Марике ходил на мостик. |
Hmm… het wordt een beetje moeilijk voor mij… | Хмм… это становится немного сложно для меня… |
dus Marieke heeft met Gianluca gegeten | то есть, Марике ужинала с Джанлукой, |
en daarna is ze met Martin naar het bruggetje gegaan!? | а потом пошла с Мартином на мостик!? |
Martin is niet verloofd met Marieke, | Мартин не помолвлен с Марике, |
maar hij is wel verliefd op Marieke… | но он влюблен в нее… |
Xing zegt: | Чин говорит: |
Nee, Martin is niet verliefd op Marieke… | Нет, Мартин не влюблен в Марике… |
Martin ‘was’ verliefd op Marieke… | Мартин был влюблен в Марике… |
Imperfectum. | Прошедшее время. |
Nu begrijp ik het niet meer. | Теперь я еще больше не понимаю. |
Eh… ik ook niet… | Эх… и я тоже… |
Wat weet jij Xing? | Что ты знаешь, Чин? |
Wat is er gisteravond gebeurd? | Что случилось прошлым вечером? |
Xing zegt niets, maar ze moet wel blozen… | Чин ничего не говорит, но она краснеет… |
Tsja, Lars en Soliman begrijpen het niet. | Так, Ларс и Солиман ничего не понимают. |
Maar ik denk dat wij het wel begrijpen! | Но я думаю, что мы-то все понимаем! |
Kijk de volgende keer weer naar ‘Heb je zin?’ | Смотри в следующий раз снова ‘Heb je zin?’, |
als je wilt weten hoe het verder gaat. | если ты хочешь узнать, как все продолжится. |
Tot dan! | До встречи! |
Doei! | Пока! |
Ukrainian subtitles - з українськими субтитрами
Hallo. | Привіт. |
Mijn naam is Bart de Pau, | Мене звати Барт де Пау, |
online docent Nederlands. | онлайн-викладач нідерландської. |
Welkom bij ‘Heb je zin?’ | Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’ (Як настрій?) |
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen | Сьогодні ми будемо практикувати речення нідерландською |
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 26 en 27. | з граматикою з уроків 26 та 27 #dutchgrammar-2. |
In die lessen leg ik uit | В цих уроках я пояснюю |
of je ‘hebben’ of ‘zijn’ moet gebruiken in het perfectum. | що використовувати: ‘hebben’ чи ‘zijn’ в доконаному теперішньому часі. |
Voor veel studenten is dit erg moeilijk. | Для багатьох студентів це дуже складно. |
Daarom is het belangrijk dat we dit veel oefenen. | Тому важливо, щоб ми це багато практикували. |
Niet alleen in deze aflevering, | Не тільки в цьому епізоді, |
maar ook in de volgende afleveringen. | але також у наступних епізодах. |
Het is de laatste dag | Настав останній день |
van de Dutch Summer School in Drenthe. | в Літній школі нідерландської в Дренте. |
De les is nog niet begonnen. | Урок ще не розпочався. |
Soliman en Xing | Соліман і Чінг |
zijn wat eerder naar het klaslokaal gekomen. | прийшли до класу трохи раніше. |
Ze zitten te praten. | Вони розмовляють. |
Soliman zegt tegen Xing: | Соліман каже Чінг: |
Gisteravond heb ik een rondje gelopen. | Я ходив гуляти минулої ночі. |
Toen zag ik Marieke en Gianluca romantisch dineren. | Тоді я побачив, що Маріке та Джанлука влаштували романтичну вечерю. |
Xing zegt: ‘Ik heb het ook gezien.’ | Чінг каже: ‘Я теж це бачила’. |
Ze aten pizza. | Вони їли піцу. |
En op die pizza stond een hartje. | І на піці було серце. |
Ja, ik weet het. | Так, я знаю. |
Is dat niet een beetje raar? | Хіба це не дивно? |
Marieke zit bij een andere man, | Маріке сидить з іншим чоловіком,, |
terwijl ze met Martin gaat trouwen. | в той час, коли вона виходить заміж за Мартіна. |
Daarom ben ik maar niet naar hun toe gegaan. | Тому я до них і не підійшов. |
Op dat moment komt Lars binnen… | У цей момент заходить Ларс…. |
Martin gaat helemaal niet trouwen met Marieke! | Мартін абсолютно не збирається одружуватись з Маріке! |
Hij is verliefd, niet verloofd. | Він ‘verliefd’ (закоханий), а не ‘verloofd’ (заручений). |
Soliman, wat betekent dat ‘verliefd’? | Солімане, що означає ‘verliefd’ (закоханий)? |
‘Verliefd’… eh… dat woord heb ik geleerd. | ‘Verliefd’… е… я вчив це слово. |
Oh ja, dat is als je gaat trouwen. | О так, це тоді, коли збираєшся одружитися. |
Oeps… foutje… | Ой… помилочка… |
Martin is gisteravond | Мартін вчора ввечері |
al op het vakantiepark aangekomen. | вже приїхав до парку відпочинку. |
Hij is vannacht gebleven. | Він залишився тут минулої ночі. |
Hij heeft bij mij op de kamer geslapen. | Він спав у моїй кімнаті. |
En? | І? |
Heeft hij nog iets gezegd? | Він щось сказав? |
Ik heb niet met hem gesproken, want hij was erg laat. | Я з ним не розмовляв, бо він був дуже пізно. |
Maar volgens mij was hij heel vrolijk. | Але він видався мені дуже щасливим. |
Dus ik denk | Тож я думаю, |
dat hij met Marieke naar het bruggetje is geweest. | що він ходив з Маріке на міст. |
Hmm… het wordt een beetje moeilijk voor mij… | Хм… це стає занадто складним для мене… |
dus Marieke heeft met Gianluca gegeten | тож Маріке вечеряла з Джанлукою |
en daarna is ze met Martin naar het bruggetje gegaan!? | і після цього пішла з Мартіном на міст!? |
Martin is niet verloofd met Marieke, | Мартін не заручений з Маріке, |
maar hij is wel verliefd op Marieke… | але він закоханий у Маріке… |
Xing zegt: | Чінг каже: |
Nee, Martin is niet verliefd op Marieke… | Ні, Мартін не закоханий у Маріке… |
Martin ‘was’ verliefd op Marieke… | Мартін ‘був’ закоханий у Маріке… |
Imperfectum. | Простий минулий час. |
Nu begrijp ik het niet meer. | Тепер я нічого не розумію. |
Eh… ik ook niet… | Е… я теж… |
Wat weet jij Xing? | Що ти знаєш Чінг? |
Wat is er gisteravond gebeurd? | Що сталося минулого вечора? |
Xing zegt niets, maar ze moet wel blozen… | Чінг нічого не каже, але вона червоніє… |
Tsja, Lars en Soliman begrijpen het niet. | Так, Ларс і Соліман нічого не розуміють. |
Maar ik denk dat wij het wel begrijpen! | Але я думаю, що все ми розуміємо! |
Kijk de volgende keer weer naar ‘Heb je zin?’ | Дивись ‘Heb je zin?’ наступного разу, |
als je wilt weten hoe het verder gaat. | якщо ти хочеш знати, що буде далі. |
Tot dan! | До зустрічі! |
Doei! | Бувай! |
Polish subtitles - z polskimi napisami
Hallo. | Cześć. |
Mijn naam is Bart de Pau, | Nazywam się Bart de Pau, |
online docent Nederlands. | nauczyciel niderlandzkiego online. |
Welkom bij ‘Heb je zin?’ | Witam w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?) |
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen | Dzisiaj będziemy ćwiczyć niderlandzkie zdania |
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 26 en 27. | z użyciem gramatyki z #dutchgrammar-2 lekcja 26 i 27. |
In die lessen ik uit | Podczas tych lekcji ja wyjaśniam |
of je ‘hebben’ of ‘zijn’ moet gebruiken in het perfectum. | kiedy należy używać ‘hebben’ i ‘zijn’ w czasie teraźniejszym dokonanym. |
Voor veel studenten is dit erg moeilijk. | Dla wielu studentów to bardzo trudne. |
Daarom is het belangrijk dat we dit veel oefenen. | Dlatego to jest ważne, żeby dużo ćwiczyć. |
Niet alleen in deze aflevering, | Nie tylko w tym odcinku, |
maar ook in de volgende afleveringen. | ale również w następnych odcinkach. |
Het is de laatste dag | To jest ostatni dzień |
van de Dutch Summer School in Drenthe. | Dutch Summer School w Drenthe. |
De les is nog niet begonnen. | Lekcja się jeszcze nie zaczęła. |
Soliman en Xing | Soliman i Xing |
zijn wat eerder naar het klaslokaal gekomen. | przyszli do klasy trochę wcześniej. |
Ze zitten te praten. | Oni rozmawiają. |
Soliman zegt tegen Xing: | Soliman mówi do Xing: |
Gisteravond heb ik een rondje gelopen. | Wczoraj wieczorem spacerowałem. |
Toen zag ik Marieke en Gianluca romantisch dineren. | Wtedy zobaczyłem Marieke i Gianlucę mających romantyczną kolację. |
Xing zegt: ‘Ik heb het ook gezien.’ | Xing mówi: ‘Ja też to widziałam.’ |
Ze aten pizza. | Oni jedli pizzę. |
En op die pizza stond een hartje. | A na pizzy było serduszko. |
Ja, ik weet het. | Tak, wiem. |
Is dat niet een beetje raar? | Czy to nie jest dziwne? |
Marieke zit bij een andere man, | Marieke jest z innym mężczyzną, |
terwijl ze met Martin gaat trouwen. | w czasie, gdy ona zamierza poślubić Martina. |
Daarom ben ik maar niet naar hun toe gegaan. | Dlatego nawet do nich nie poszedłem. |
Op dat moment komt Lars binnen… | W tym momencie wchodzi Lars…. |
Martin gaat helemaal niet trouwen met Marieke! | Martin nie ma zamiaru poślubić Marieke! |
Hij is verliefd, niet verloofd. | On jest ‘verliefd’ (zakochany), a nie ‘verloofd ‘(zaręczony). |
Soliman, wat betekent dat ‘verliefd’? | Soliman, co to znaczy: ‘verliefd’? |
‘Verliefd’… eh… dat woord heb ik geleerd. | ‘Verliefd’… eh… nauczyłem się tego słowa. |
Oh ja, dat is als je gaat trouwen. | Oh tak, to jest, jak zamierzasz wziąć slub. |
Oeps… foutje… | Ups… pomyłka… |
Martin is gisteravond | Martin wczoraj wieczorem |
al op het vakantiepark aangekomen. | był już w parku wakacyjnym. |
Hij is vannacht gebleven. | On został na noc. |
Hij heeft bij mij op de kamer geslapen. | On spał w moim pokoju. |
En? | I? |
Heeft hij nog iets gezegd? | Czy on coś powiedział? |
Ik heb niet met hem gesproken, want hij was erg laat. | Nie rozmawiałem z nim, ponieważ on był bardzo późno. |
Maar volgens mij was hij heel vrolijk. | Ale według mnie on był bardzo wesoły, |
Dus ik denk | więc ja myślę, |
dat hij met Marieke naar het bruggetje is geweest. | że on był z Marieke na moście. |
Hmm… het wordt een beetje moeilijk voor mij… | Hmm… to robi się coraz bardziej skomplikowane dla mnie… |
dus Marieke heeft met Gianluca gegeten | więc Marieke była na kolacji z Gianlucą |
en daarna is ze met Martin naar het bruggetje gegaan!? | a potem poszła z Martinem na most!? |
Martin is niet verloofd met Marieke, | Martin nie jest zaręczony z Marieke, |
maar hij is wel verliefd op Marieke… | ale on jest zakochany w Marieke… |
Xing zegt: | Xing mówi: |
Nee, Martin is niet verliefd op Marieke… | Nie, Martin nie jest zakochany w Marieke… |
Martin ‘was’ verliefd op Marieke… | Martin ‘był’ zakochany w Marieke… |
Imperfectum. | Czas przeszły. |
Nu begrijp ik het niet meer. | Teraz nie rozumiem już nic więcej. |
Eh… ik ook niet… | Eh… ja też nie… |
Wat weet jij Xing? | Co wiesz, Xing? |
Wat is er gisteravond gebeurd? | Co stało się wczoraj wieczorem? |
Xing zegt niets, maar ze moet wel blozen… | Xing nic nie mówi, za to się rumieni… |
Tsja, Lars en Soliman begrijpen het niet. | Taa, Lars i Soliman tego nie rozumieją. |
Maar ik denk dat wij het wel begrijpen! | Ale ja myślę, że my rozumiemy! |
Kijk de volgende keer weer naar ‘Heb je zin?’ | Oglądaj ‘Heb je zin?’ następnym razem, |
als je wilt weten hoe het verder gaat. | jeśli chcesz wiedzieć jak to się potoczy. |
Tot dan! | Do następnego! |
Doei! | Pa! |
Previous LessonNext Lesson