Lesson 47 – Subclauses with questions words


Transcript

Hallo. Hello.
Mijn naam is Bart de Pau. My name is Bart de Pau.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Welcome to ‘Heb je zin?’ (are you in the mood?)
Vandaag oefenen we zinnen Today we’ll practise sentences
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 13 with the grammar from #dutchgrammar-2 lesson 13
over bijzinnen met vraagwoorden. about subclauses with question words.
De les is klaar. The lesson is finished.
Gianluca en Marieke zijn nog in het leslokaal. Gianluca and Marieke are still in the classroom.
Eh Gianluca… Uh Gianluca…
Ik begrijp nu waarom je het woordenboek leert. I understand now why you are learning the dictionary.
Maar eh… But uh…
Marieke… Marieke…
Ik weet niet goed hoe ik nu moet beginnen. I don’t know how to begin.
Maar… ik wil je graag uitnodigen. But… I would like to ask you out.
Eh… Uh…
Zal ik voor je koken? Shall I cook for you?
ehm… ja… leuk… umm… yes… nice…
Kun je me vertellen wat je lekker vindt? Can you tell me what you like?
Normaal hou ik van Hollandse kost, maar jij bent een Italiaan… Normally I love Dutch food, but you are an Italian…
en ik ben eigenlijk wel benieuwd welke pizza’s je maakt. and actually I am curious what pizzas you make.
OK, dat komt wel goed. OK, that will be fine.
Ik kan hele lekkere pizza’s maken. I can make very tasty pizzas.
Nou klinkt goed. Well that sounds good.
Wanneer? When?
Overmorgen is de laatste avond. The day after tomorrow will be the last evening.
Dan hebben we al een barbecue. We have a barbecue then.
Dus het lijkt me het beste wanneer we het morgen doen. So it seems better to me if we do it tomorrow.
Dat is goed. All right.
Gianluca zegt tegen Marieke hoe laat ze moet komen. Gianluca tells Marieke what time she should come.
Hij is erg blij met zijn afspraakje. He is very pleased about his date.
Maar ook Martin heeft plannen. But Martin also has plans.
Hij belt met Lars. He calls Lars.
Hoi Martin, weet je al wanneer je nog eens komt? Hi Martin, do you know when you are coming again?
Kom je misschien naar de barbecue van de laatste avond? Will you come to the barbecue on the last night maybe?
Eh… Uh…
Ik kom morgen. I will come tomorrow.
Weet je waarom dat beter is? Do you know why that’s better?
Marieke wil de laatste avond waarschijnlijk On the last evening, Marieke will probably want
met de studenten zijn. to be with the students.
Dus morgen is de laatste kans So tomorrow is the last chance
om samen naar het meertje te gaan. to go to the lake together.
OK. OK.
Kun je zeggen hoe laat je hier bent? Can you say what time you will be here?
Ik weet nog niet precies welke trein ik neem. I don’t know exactly which train I will catch.
Maar ik denk dat ik rond acht uur aankom. But I think I will arrive about 8 o’clock.
Kan ik bij jou op de kamer blijven slapen? Can I sleep with you in your room?
Dan neem ik mijn slaapzak mee. Then I will bring my sleeping bag.
Ja hoor dat kan. Yes of course you can.
Tot morgen! See you tomorrow!
Ai… Ow…
Martin komt naar Drenthe, Martin is coming to Drenthe,
maar Gianluca heeft een date met Marieke… but Gianluca has a date with Marieke…
We zien de volgende keer hoe dat verder gaat Next time we’ll see how the story continues
bij een nieuwe aflevering van ‘Heb je zin?’ in a new episode of ‘Heb je zin?’
Doei! Bye!

Subtitles in other languages

Hallo. Привет.
Mijn naam is Bart de Pau. Меня зовут Барт де Пау.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Добро пожаловать в ‘Heb je zin?’ (как настроение?)
Vandaag oefenen we zinnen Сегодня мы практикуем предложения
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 13 с грамматикой из #dutchgrammar-2 урока 13
over bijzinnen met vraagwoorden. о подчиненных предложениях с вопросительными словами.
De les is klaar. Урок окончен.
Gianluca en Marieke zijn nog in het leslokaal. Джанлука и Марике еще в классе.
Eh Gianluca… Эх, Джанлука…
Ik begrijp nu waarom je het woordenboek leert. Я теперь понимаю, почему ты учишь словарь.
Maar eh… Но эх…
Marieke… Марике…
Ik weet niet goed hoe ik nu moet beginnen. Я не знаю, как мне начать.
Maar… ik wil je graag uitnodigen. Но… Я бы хотел тебя пригласить.
Eh… И…
Zal ik voor je koken? Мне приготовить что-нибудь для тебя?
ehm… ja… leuk… Хмм… да… хорошо…
Kun je me vertellen wat je lekker vindt? Скажи мне, что ты любишь?
Normaal hou ik van Hollandse kost, maar jij bent een Italiaan… Вообще я люблю нидерландскую кухню, но ты итальянец…
en ik ben eigenlijk wel benieuwd welke pizza’s je maakt. и мне интересно, какую ты готовишь пиццу.
OK, dat komt wel goed. Oк, отлично.
Ik kan hele lekkere pizza’s maken. Я могу приготовить очень вкусную пиццу.
Nou klinkt goed. Звучит отлично.
Wanneer? Когда?
Overmorgen is de laatste avond. Послезавтра последний вечер.
Dan hebben we al een barbecue. И мы устраиваем барбекю.
Dus het lijkt me het beste wanneer we het morgen doen. Поэтому, мне кажется, что завтра будет лучше всего.
Dat is goed. Хорошо.
Gianluca zegt tegen Marieke hoe laat ze moet komen. Джанлука говорит Марике, во сколько ей прийти.
Hij is erg blij met zijn afspraakje. Он очень рад, что у них свидание.
Maar ook Martin heeft plannen. Но у Мартина тоже есть планы.
Hij belt met Lars. Он звонит Ларсу.
Hoi Martin, weet je al wanneer je nog eens komt? Привет Мартин, ты знаешь, когда ты снова приедешь?
Kom je misschien naar de barbecue van de laatste avond? Может быть, ты приедешь на барбекю в последний вечер?
Eh… Эх…
Ik kom morgen. Я завтра приеду.
Weet je waarom dat beter is? Почему ты считаешь, что это лучше?
Marieke wil de laatste avond waarschijnlijk В последний вечер Марике наверняка захочет
met de studenten zijn. быть со студентами.
Dus morgen is de laatste kans Поэтому завтра – послений шанс
om samen naar het meertje te gaan. вместе пойти к озеру.
OK. Oк.
Kun je zeggen hoe laat je hier bent? Не можешь сказать, во сколько ты здесь будешь?
Ik weet nog niet precies welke trein ik neem. Я пока точно не знаю, на каком поезде поеду.
Maar ik denk dat ik rond acht uur aankom. Но я думаю, что приеду около 8 часов.
Kan ik bij jou op de kamer blijven slapen? Могу я остаться переночевать в твоей комнате?
Dan neem ik mijn slaapzak mee. Тогда я возьму с собой спальный мешок.
Ja hoor dat kan. Конечно можешь.
Tot morgen! До завтра!
Ai… Ух…
Martin komt naar Drenthe, Мартин приезжает в Дренте,
maar Gianluca heeft een date met Marieke… но у Джанлуки свидание с Марике…
We zien de volgende keer hoe dat verder gaat Мы увидим в следующий раз, что будет дальше,
bij een nieuwe aflevering van ‘Heb je zin?’ в новом эпизоде ‘Heb je zin?’
Doei! Пока!

Hallo. Привіт.
Mijn naam is Bart de Pau. Мене звати Барт де Пау.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’ (Як настрій?)
Vandaag oefenen we zinnen Сьогодні ми практикуємо речення
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 13 з граматикою з уроку 13 #dutchgrammar-2
over bijzinnen met vraagwoorden. про підрядні речення з питальними словами.
De les is klaar. Урок закінчено.
Gianluca en Marieke zijn nog in het leslokaal. Джанлука і Маріке все ще в класі.
Eh Gianluca… О, Джанлука…
Ik begrijp nu waarom je het woordenboek leert. Тепер я розумію, чому ти вчиш словник.
Maar eh… Але е…
Marieke… Маріке…
Ik weet niet goed hoe ik nu moet beginnen. Я не знаю, як мені зараз почати.
Maar… ik wil je graag uitnodigen. Але… я хотів би запросити тебе на побачення.
Eh… Е…
Zal ik voor je koken? Приготувати тобі вечерю?
ehm… ja… leuk… ем… так… добре…
Kun je me vertellen wat je lekker vindt? Ти можеш мені розказати, що ти любиш їсти?
Normaal hou ik van Hollandse kost, maar jij bent een Italiaan… Зазвичай я люблю нідерландську кухню, але ти італієць…
en ik ben eigenlijk wel benieuwd welke pizza’s je maakt. і мені насправді цікаво, які піци ти готуєш.
OK, dat komt wel goed. Гаразд, це добое.
Ik kan hele lekkere pizza’s maken. Я можу приготувати справді смачні піци.
Nou klinkt goed. Що ж, звучить добре.
Wanneer? Коли?
Overmorgen is de laatste avond. Післязавтра буде останній вечір.
Dan hebben we al een barbecue. Тоді у нас вже буде барбекю.
Dus het lijkt me het beste wanneer we het morgen doen. Тож я думаю, що краще зробити це завтра.
Dat is goed. Гаразд.
Gianluca zegt tegen Marieke hoe laat ze moet komen. Джанлука каже Маріке, о котрій годині вона повинна прийти.
Hij is erg blij met zijn afspraakje. Він дуже задоволений своїм побаченням.
Maar ook Martin heeft plannen. Але у Мартіна також є плани.
Hij belt met Lars. Він дзвонить Ларсу.
Hoi Martin, weet je al wanneer je nog eens komt? Привіт, Мартіне, ти вже знаєш, коли приїдеш знову?
Kom je misschien naar de barbecue van de laatste avond? Може ти приїдеш на барбекю останнього вечора?
Eh… Е…
Ik kom morgen. Я приїду завтра.
Weet je waarom dat beter is? Знаєш, чому це краще?
Marieke wil de laatste avond waarschijnlijk Останнього вечора Маріке, ймовірно, захоче
met de studenten zijn. бути зі студентами.
Dus morgen is de laatste kans Тож завтра – останній шанс,
om samen naar het meertje te gaan. щоб піти разом на озеро.
OK. OK.
Kun je zeggen hoe laat je hier bent? Можеш сказати, о котрій годині ти будеш тут?
Ik weet nog niet precies welke trein ik neem. Я ще точно не знаю, на який потяг я сяду.
Maar ik denk dat ik rond acht uur aankom. Але я думаю, що приїду близько восьмої години.
Kan ik bij jou op de kamer blijven slapen? Чи можу я переночувати у твоїй кімнаті?
Dan neem ik mijn slaapzak mee. Я візьму з собою спальний мішок.
Ja hoor dat kan. Так, звичайно, можеш.
Tot morgen! До завтра!
Ai… Ой…
Martin komt naar Drenthe, Мартін приїжджає в Дренте,
maar Gianluca heeft een date met Marieke… але Джанлука має побачення з Маріке…
We zien de volgende keer hoe dat verder gaat Ми подивимося, що буде далі, наступного разу
bij een nieuwe aflevering van ‘Heb je zin?’ у новому епізоді ‘Heb je zin?’
Doei! До побачення!

Hallo. Cześć.
Mijn naam is Bart de Pau. Nazywam się Bart de Pau.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Witam w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?)
Vandaag oefenen we zinnen Dzisiaj będziemy ćwiczyć zdania
met de grammatica van #dutchgrammar-2 les 13 z użyciem gramatyki z #dutchgrammar-2 lekcja 13
over bijzinnen met vraagwoorden. o zdaniach złożonych podrzędnie z zaimkami pytającymi.
De les is klaar. Lekcja się skończyła.
Gianluca en Marieke zijn nog in het leslokaal. Gianluca i Marieke są wciąż w klasie.
Eh Gianluca… Eh Gianluca…
Ik begrijp nu waarom je het woordenboek leert. Ja teraz rozumiem dlaczego uczysz się słownika.
Maar… eh… Ale… eh…
Marieke… Marieke…
Ik weet niet goed hoe ik nu moet beginnen. Ja nie za bardzo wiem jak mam teraz zacząć.
Maar… ik wil je graag uitnodigen. Ale… ja z chęcią chciałbym cię zaprosić.
Eh… Eh…
Zal ik voor je koken? Czy mógłbym coś dla ciebie ugotować?
ehm… ja… leuk… ehm… tak… fajnie…
Kun je me vertellen wat je lekker vindt? Czy możesz mi powiedzieć co lubisz?
Normaal hou ik van Hollandse kost, maar jij bent een Italiaan… Generalnie lubię holenderską kuchnię, ale ty jesteś Włochem…
en ik ben eigenlijk wel benieuwd welke pizza’s je maakt. i tak właściwie jestem berdzo ciekawa jaką pizzę robisz.
OK, dat komt wel goed. OK, będzie dobrze.
Ik kan hele lekkere pizza’s maken. Ja potrafię zrobić pyszną pizzę.
Nou klinkt goed. To brzmi dobrze.
Wanneer? Kiedy?
Overmorgen is de laatste avond. Pojutrze jest ostatni wieczór.
Dan hebben we al een barbecue. Wtedy mamy barbecue,
Dus het lijkt me het beste wanneer we het morgen doen. więc dla mnie najlepiej, kiedy umówimy się na jutro.
Dat is goed. Dobrze.
Gianluca zegt tegen Marieke hoe laat ze moet komen. Gianluca powiedział Marieke o której musi przyjść.
Hij is erg blij met zijn afspraakje. On jest bardzo zadowolony z ich spotkania.
Maar ook Martin heeft plannen. Ale Martin także ma plany.
Hij belt met Lars. On dzwoni do Larsa.
Hoi Martin, weet je al wanneer je nog eens komt? Cześć Martin, wiesz już kiedy znów przyjeżdżasz?
Kom je misschien naar de barbecue van de laatste avond? Może przyjedziesz na barbecue w ostatni wieczór?
Eh… Eh…
Ik kom morgen. Przyjadę jutro.
Weet je waarom dat beter is? Wiesz dlaczego jest to lepsze (rozwiązanie)?
Marieke wil de laatste avond waarschijnlijk Marieke prawdopodobnie będzie chciała ostatni wieczór
met de studenten zijn. spędzić ze studentami.
Dus morgen is de laatste kans Więc jutro jest ostatnia szansa,
om samen naar het meertje te gaan. żeby razem pójść nad jezioro.
OK. OK.
Kun je zeggen hoe laat je hier bent? Możesz powiedzieć o której tutaj będziesz?
Ik weet nog niet precies welke trein ik neem. Ja jeszcze nie wiem dokładnie, który pociąg złapię.
Maar ik denk dat ik rond acht uur aankom. Ale myślę, że przyjadę około 20.00.
Kan ik bij jou op de kamer blijven slapen? Czy mogę spać w Twoim pokoju?
Dan neem ik mijn slaapzak mee. To wezmę ze sobą mój śpiwór.
Ja hoor dat kan. Pewnie, że możesz.
Tot morgen! Do zobaczenia jutro!
Ai… Aj…
Martin komt naar Drenthe, Martin jedzie do Drenthe,
maar Gianluca heeft een date met Marieke… ale Gianluca ma randkę z Marieke…
We zien de volgende keer hoe dat verder gaat Następnym razem zobaczymy jak to potoczy się dalej
bij een nieuwe aflevering van ‘Heb je zin?’ w nowym odcinku ‘Heb je zin?’
Doei! Pa!