Lesson 43 – Subclause: time and condition


Transcript

Hallo. Hello.
Mijn naam is Bart de Pau, My name is Bart de Pau,
online docent Nederlands. online Dutch teacher.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Welcome to ‘Heb je zin?’ (are you in the mood?)
Vandaag oefenen we zinnen Today we’ll practise sentences
met de grammatica van #dutchgrammar-2, les 10 en 11 with the grammar from #dutchgrammar-2, lessons 10 and 11
over de bijzin about the subclause
en voegwoorden van tijd en voorwaarde. and conjunctions of time and condition.
De volgende voegwoorden gaan we oefenen: We are going to practise the following conjunctions:
voordat, nadat, zodra, terwijl, als en wanneer. before, after, as soon as, while, when and when.
Dit zijn voegwoorden van tijd. These are conjunctions of time.
En: als, wanneer, indien. And: if, when, if.
Dit zijn voegwoorden van voorwaarde. These are conjunctions of condition.
De studenten staan buiten bij hun fiets, The students are outside by their bikes,
nadat ze 2 uur les hebben gehad. after they have had 2 hours of their lesson.
Ze gaan naar Orvelte in het tweede deel van de les. They are going to Orvelte for the second part of the lesson.
Dat is een museumdorp That is a museum village
op 4 kilometer van het vakantiepark. 4 kilometers from the holiday park.
Marieke legt het plan uit, zodra iedereen buiten is. Marieke explains the plan, as soon as everyone is outside.
Beste studenten. Right everybody.
We vertrekken naar Orvelte, We’ll leave for Orvelte,
als iedereen zijn fiets heeft gecontroleerd. as soon as everybody has checked their bikes.
Dus: doet je bel het? So: is your bell working?
Heb je geen lekke band? Do you have any flat tyres?
Et cetera. Et cetera.
We rijden naar de receptie, We will ride to reception,
voordat we het vakantiepark verlaten. before we leave the holiday park.
Daar haal ik wat foldertjes van Orvelte, There I will pick up some brochures about Orvelte,
terwijl jullie buiten op mij wachten. while you wait for me outside.
Heb ik nog tijd om een ijsje te kopen? Do I have still time to buy an ice cream?
Nee Gianluca. No Gianluca.
Je kunt een ijsje kopen, zodra we terug zijn. You can buy an ice cream, as soon as we’re back.
Je kunt natuurlijk ook een ijsje kopen, als we in Orvelte zijn. Of course you can also buy an ice cream, once we’re in Orvelte.
We vertrekken, nadat ik bij de receptie ben geweest. We will leave, after I’ve been to reception.
Het is ongeveer 15 minuten fietsen. It’s about a 15 minute ride.
We wachten op elkaar, wanneer we in Orvelte aankomen. We will wait for each other, when we arrive in Orvelte.
Daar maak ik 2 groepjes van vier. There I will separate you into 2 groups of 4 people.
Elke groepje krijgt een opdracht. Each group will get an assignment.
Groep 1 gaat naar de klompenmakerij, Group 1 will go to the clog maker,
terwijl groep 2 naar de smederij gaat. while group 2 will go to the blacksmith’s.
Morgen in de les houdt elke groep een spreekbeurt. Tomorrow in the lesson, each group will give a presentation.
Groep 1 over de klompenmakerij. Group 1 about the clog maker.
En groep 2 over de smederij. And group 2 about the blacksmith’s.
Jullie krijgen van mij een cadeautje, You will get a little present from me,
indien jullie een goede spreekbeurt houden. if you give a good presentation.
Dus… let vandaag goed op! So… pay attention today!
En dat zien we de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ And we’ll see that next time on ‘Heb je zin?’
Tot dan! Till then!
Doei! Bye!

Subtitles in other languages

Hallo. Привет.
Mijn naam is Bart de Pau, Меня зовут Барт де Пау,
online docent Nederlands. онлайн-преподаватель нидерландского языка.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Добро пожаловать на ‘Heb je zin?’ (как настроение?)
Vandaag oefenen we zinnen Сегодня мы практикуем предложения
met de grammatica van #dutchgrammar-2, les 10 en 11 с грамматикой из #dutchgrammar-2, уроки 10 и 11,
over de bijzin посвященные подчиненным предложениям
en voegwoorden van tijd en voorwaarde. и союзам, указывающим на время и условие.
De volgende voegwoorden gaan we oefenen: Мы будем практиковаться со следующимим союзами:
voordat, nadat, zodra, terwijl, als en wanneer. перед тем как, после того как, как только, в то время как, когда и когда.
Dit zijn voegwoorden van tijd. Это союзы указывают на время.
En: als, wanneer, indien. А также: если, когда, в случае если.
Dit zijn voegwoorden van voorwaarde. Это союзы, указывающие на условие.
De studenten staan buiten bij hun fiets, Студенты стоят на улице рядом со своими велосипедами,
nadat ze 2 uur les hebben gehad. после того как они отзанимались 2 часа урока.
Ze gaan naar Orvelte in het tweede deel van de les. Они едут в Орвелте на вторую часть урока.
Dat is een museumdorp Это поселок-музей
op 4 kilometer van het vakantiepark. в 4 километрах от их парка отдыха.
Marieke legt het plan uit, zodra iedereen buiten is. Марике объясняет план, как только все собираются на улице.
Beste studenten. Итак, дорогие студенты.
We vertrekken naar Orvelte, Мы выезжаем в Орвелте,
als iedereen zijn fiets heeft gecontroleerd. как только каждый проверит свой велосипед.
Dus: doet je bel het? Итак: работает ли звонок?
Heb je geen lekke band? Не спущены ли шины?
Et cetera. И так далее.
We rijden naar de receptie, Мы поедем на ресепшен,
voordat we het vakantiepark verlaten. перед тем как покинем парк отдыха.
Daar haal ik wat foldertjes van Orvelte, Там я захвачу несколько брошюр об Орвелте,
terwijl jullie buiten op mij wachten. в то время, как вы будете ждать меня снаружи.
Heb ik nog tijd om een ijsje te kopen? У меня есть время купить мороженое?
Nee Gianluca. Нет, Джанлука.
Je kunt een ijsje kopen, zodra we terug zijn. Ты можешь купить мороженое, как только мы вернемся.
Je kunt natuurlijk ook een ijsje kopen, als we in Orvelte zijn. Или ты, конечно, можешь купить мороженое, когда мы будем в Орвелте.
We vertrekken, nadat ik bij de receptie ben geweest. Мы отправляемся после того, как я схожу на ресепшен.
Het is ongeveer 15 minuten fietsen. Поездка займет примерно 15 минут.
We wachten op elkaar, wanneer we in Orvelte aankomen. Мы ждем друг друга, когда приедем в Орвелте.
Daar maak ik 2 groepjes van vier. Там я разделю вас на 2 группы по 4 человека.
Elke groepje krijgt een opdracht. Каждая группа получит свое задание.
Groep 1 gaat naar de klompenmakerij, Группа 1 пойдет в мастерскую по изготовлению кломпов,
terwijl groep 2 naar de smederij gaat. в то время как 2 группа идет в кузницу.
Morgen in de les houdt elke groep een spreekbeurt. Завтра на уроке каждая группа делает доклад.
Groep 1 over de klompenmakerij. Первая группа – о производстве кломпов.
En groep 2 over de smederij. А вторая – о кузнице.
Jullie krijgen van mij een cadeautje, Вы получите от меня небольшой подарок,
indien jullie een goede spreekbeurt houden. если сделаете хороший доклад.
Dus… let vandaag goed op! Итак… будьте внимательны сегодня!
En dat zien we de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ А это мы увидим в следующий раз в ‘Heb je zin?’
Tot dan! До скорого!
Doei! Пока!

Hallo. Привіт.
Mijn naam is Bart de Pau, Мене звати Барт де Пау,
online docent Nederlands. онлайн-викладач нідерландської мови.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’ (Як настрій?)
Vandaag oefenen we zinnen Сьогодні ми попрактикуємо речення
met de grammatica van #dutchgrammar-2, les 10 en 11 з граматикою з урок 10 і 11 #dutchgrammar-2
over de bijzin про підрядне речення
en voegwoorden van tijd en voorwaarde. і сполучники часу та умови.
De volgende voegwoorden gaan we oefenen: Ми будемо тренуватися використовувати такі сполучники:
voordat, nadat, zodra, terwijl, als en wanneer. до, після, як тільки, під час, якщо і коли.
Dit zijn voegwoorden van tijd. Це -сполучники часу.
En: als, wanneer, indien. І: якщо, коли, якщо.
Dit zijn voegwoorden van voorwaarde. Це – сполучники умови.
De studenten staan buiten bij hun fiets, Студенти стоять біля своїх велосипедів,
nadat ze 2 uur les hebben gehad. після 2 годин уроку.
Ze gaan naar Orvelte in het tweede deel van de les. Під час другої частини уроку вони їдуть в Орвелте.
Dat is een museumdorp Це – село-музей
op 4 kilometer van het vakantiepark. за 4 кілометри від парку відпочинку.
Marieke legt het plan uit, zodra iedereen buiten is. Маріке пояснює план, як тільки всі виходять на вулицю.
Beste studenten. Шановні студенти.
We vertrekken naar Orvelte, Ми вирушаємо в Орвелте,
als iedereen zijn fiets heeft gecontroleerd. як тільки всі перевірять свої велосипеди.
Dus: doet je bel het? Отже: дзвінок працює?
Heb je geen lekke band? Чи немає спущених шин?
Et cetera. І т.д.
We rijden naar de receptie, Ми поїдемо на рецепцію,
voordat we het vakantiepark verlaten. перед тим як виїхати з парку відпочинку.
Daar haal ik wat foldertjes van Orvelte, Там я візьму кілька брошур про Орвелте,
terwijl jullie buiten op mij wachten. поки ви почекаєте мене надворі.
Heb ik nog tijd om een ijsje te kopen? Чи маю я ще час купити морозиво?
Nee Gianluca. Ні Джанлука.
Je kunt een ijsje kopen, zodra we terug zijn. Ти можеш купити морозиво, після того як ми повернемося.
Je kunt natuurlijk ook een ijsje kopen, als we in Orvelte zijn. Звичайно, ти також можеш купити морозиво, коли ми будемо в Орвелте.
We vertrekken, nadat ik bij de receptie ben geweest. Ми виїжджаємо після того, як я побуваю на рецепції.
Het is ongeveer 15 minuten fietsen. Це приблизно 15 хвилин їзди на велосипеді.
We wachten op elkaar, wanneer we in Orvelte aankomen. Ми почекаємо один одного, коли приїдемо в Орвелте.
Daar maak ik 2 groepjes van vier. Там я розділю вас на 2 групи по 4 людини.
Elke groepje krijgt een opdracht. Кожна група отримає завдання.
Groep 1 gaat naar de klompenmakerij, Група 1 поїде до виробника кломпів,
terwijl groep 2 naar de smederij gaat. в той час як група 2 піде до кузні.
Morgen in de les houdt elke groep een spreekbeurt. Завтра на уроці кожна група виступить з доповіддю.
Groep 1 over de klompenmakerij. Група 1 про виготовлення кломпів.
En groep 2 over de smederij. І група 2 про кузню.
Jullie krijgen van mij een cadeautje, Ви отримаєте від мене маленький подаруночок,
indien jullie een goede spreekbeurt houden. якщо ви з гарною доповіддю виступите.
Dus… let vandaag goed op! Тож… будьте дуже уважні сьогодні!
En dat zien we de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ І це ми побачимо наступного разу в ‘Heb je zin?’
Tot dan! До зустрічі!
Doei! Бувайте!

Hallo. Cześć.
Mijn naam is Bart de Pau, Nazywam się Bart de Pau,
online docent Nederlands. nauczyciel niderlandzkiego online.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Witam w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?)
Vandaag oefenen we zinnen Dzisiaj będziemy ćwiczyć zdania
met de grammatica van #dutchgrammar-2, les 10 en 11 z użyciem gramatyki z #dutchgrammar-2, lekcja 10 i 11
over de bijzin o zdaniu złożonym podrzędnie
en voegwoorden van tijd en voorwaarde. i o okolicznikach czasu i warunku.
De volgende voegwoorden gaan we oefenen: Będziemy ćwiczyć następujące okoliczniki:
voordat, nadat, zodra, terwijl, als en wanneer. zanim, później, gdy tylko, podczas, jak i kiedy.
Dit zijn voegwoorden van tijd. To są okoliczniki czasu.
En: als, wanneer, indien. I: jeśli, kiedy, jeżeli.
Dit zijn voegwoorden van voorwaarde. To są okoliczniki warunku.
De studenten staan buiten bij hun fiets, Studenci są na zewnątrz przy swoich rowerach,
nadat ze 2 uur les hebben gehad. po odbyciu dwugodzinnej lekcji.
Ze gaan naar Orvelte in het tweede deel van de les. Oni jadą do Orvelte na drugą część lekcji.
Dat is een museumdorp To jest muzeum skansenowskie
op 4 kilometer van het vakantiepark. położone 4 kilometry od parku wakacyjnego.
Marieke legt het plan uit, zodra iedereen buiten is. Marieke wyjaśnia plan, jak tylko wszyscy wyszli na zewnątrz.
Beste studenten. Drodzy studenci.
We vertrekken naar Orvelte, My wyruszamy do Orvelte,
als iedereen zijn fiets heeft gecontroleerd. tak szybko jak każdy sprawdzi swój rower.
Dus: doet je bel het? Zatem: czy wasze dzwonki dzwonią?
Heb je geen lekke band? Nie macie zbyt mało powietrza w oponie?
Et cetera. I tak dalej.
We rijden naar de receptie, My jedziemy w kierunku recepcji,
voordat we het vakantiepark verlaten. zanim opuścimy park wakacyjny.
Daar haal ik wat foldertjes van Orvelte, Tam ja wezmę trochę folderów z Orvelte,
terwijl jullie buiten op mij wachten. podczas gdy wy będziecie na mnie czekać na zewnątrz.
Heb ik nog tijd om een ijsje te kopen? Czy mam jeszcze czas, żeby kupić loda?
Nee Gianluca. Nie Gianluca.
Je kunt een ijsje kopen, zodra we terug zijn. Możesz kupić loda, gdy tylko wrócimy.
Je kunt natuurlijk ook een ijsje kopen, als we in Orvelte zijn. Ty możesz też kupić loda, kiedy będziemy w Orvelte.
We vertrekken, nadat ik bij de receptie ben geweest. Wyruszamy, zaraz po mojej wizycie na recepcji.
Het is ongeveer 15 minuten fietsen. To około 15 minut jazdy rowerem.
We wachten op elkaar, wanneer we in Orvelte aankomen. Będziemy czekać na resztę, kiedy dotrzemy do Orvelte.
Daar maak ik 2 groepjes van vier. Tam podzielę was na 2 grupy po 4 osoby.
Elke groepje krijgt een opdracht. Każda grupa dostanie zadanie.
Groep 1 gaat naar de klompenmakerij, Grupa 1 pójdzie do szewca (tradycyjnie: twórcy drewniaków),
terwijl groep 2 naar de smederij gaat. podczas gdy grupa 2 pójdzie do kuźni.
Morgen in de les houdt elke groep een spreekbeurt. Jutro na lekcji każda grupa będzie miała wystąpienie.
Groep 1 over de klompenmakerij. Grupa 1 o szewcu.
En groep 2 over de smederij. A grupa 2 o kuźni.
Jullie krijgen van mij een cadeautje, Wy dostaniecie ode mnie prezencik,
indien jullie een goede spreekbeurt houden. jeśli zrobicie dobrą prezentację.
Dus… let vandaag goed op! Zatem… postarajcie się!
En dat zien we de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ A to zobaczymy następnym razem w ‘Heb je zin?’
Tot dan! Do następnego!
Doei! Pa!