Lesson 06 – Adjectives


Transcript

Hallo, mijn naam is Bart de Pau, Hello, my name is Bart de Pau,
online docent Nederlands. online teacher of Dutch.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Welcome to ‘Heb je zin?’ (are you in the mood?).
Vandaag oefenen we zinnen Today we will practise phrases
met de grammatica van #dutchgrammar les 9 en 10 using the grammar of #dutchgrammar lesson 9 and 10
over bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven). about adjectives.
In deze les gaan Martin en Marieke naar de markt. In this lesson, Martin and Marieke go to the market.
Marieke loopt naar de markt vanaf het station. Marieke is walking to the market from the railway station.
Daar ziet ze Martin. There she sees Martin.
Dag Martin! Hi Martin!
Dag Marieke! Hi Marieke!
Wat een mooie jas! What a nice coat!
Is dat een nieuwe jas? Is that a new coat?
Ja. Dit is een nieuwe jas. Yes, this is a new coat.
Hij is lekker warm. It is very warm.
Buiten is het koud. It’s cold outside.
Dus een warme jas is belangrijk. So, a warm coat is important.
Ik wil ook een warme jas. I want a warm coat as well.
Dit is een oude jas. This is an old jacket.
Mijn jas is lelijk en een beetje vuil. My jacket is ugly and a bit dirty.
Ja Martin, Yes Martin,
die jas is niet mooi that jacket is not beautiful
en ook niet zo schoon. and not clean either.
Hier op de markt verkopen ze ook jassen. Here at the market, they sell jackets as well.
Hmmm… Hmmm…
Hier is het niet duur. It’s not expensive here.
Op de markt verkopen ze goedkope jassen. They sell cheap jackets at the market.
Ik heb het koud. I’m cold.
En ik wil nu een nieuwe jas! And I want a new jacket now!
Marieke, help me alsjeblieft. Marieke, help me please.
Dat is goed. Ik help je. That’s alright. I’ll help you.
We gaan een nieuwe jas uitzoeken. We’ll choose a new jacket.
Dat is heel lief van je. That’s very kind of you.
Daar is een kraam met jassen. There is a stall with jackets.
Hallo, ik wil een nieuwe jas. Hello, I want a new jacket.
Dat kan. That’s possible.
Een korte jas of een lange jas? A short jacket or a long coat?
Een korte jas, maar wel warm. A short jacket, but still warm.
Ok. Deze jas is kort. Ok. This jacket is short.
Maar het is wel een dikke jas. But it is still a thick jacket.
Hmmm. Hij is een beetje te groot. Hmmm. It’s a bit too large.
Nou Martin, misschien ben jij te dun! Well Martin, maybe you are too slim!
Hier is nog een jas. Here is another jacket.
Is die niet te klein? Is that one not too small?
Hmmm. Nee hoor, deze is goed. Hmmm. No, this one is ok.
Hoe duur is deze jas? How expensive is this jacket?
200 euro 200 euros
Dat is niet goedkoop. That is not cheap.
Dat is erg duur! That is very expensive!
Kom op Martin! Come on Martin!
Zo arm ben je toch niet? You’re not that poor, aren’t you?
Maar zo rijk ook niet! But not that rich either!
Ok. Ok.
Hier heb ik nog een jas. I have another jacket here.
Deze jas is kort, This jacket is short,
lekker warm en goedkoop! comfortably warm, and cheap!
50 euro 50 euros
Hmmm… Hmmm…
niet te klein not too small
niet te groot not too large
niet te kort not too short
en niet te lang and not too long
en niet te duur! and not too expensive!
Dat is niet slecht! That is not bad!
Dat is zelfs heel goed! Actually that is very good!
Ik koop de jas! I’ll buy the jacket!
Heel goed Martin! Very good Martin!
Zo… en nu gaan we eten kopen. Well… and now we are going to buy food.
Heb je honger? Are you hungry?
Ja, ik heb honger! Yes, I am hungry!
Volgende keer kijken we verder. Next time we’ll continue watching.
Ken je alle bijvoeglijke naamwoorden? Do you know all the adjectives?
Begrijp je dat we zeggen: Do you understand why we say:
De jas is warm. ‘De jas is warm.’ (The jacket is warm.)
maar: ‘de warme jas’. but: ‘de warme jas’ (the warm jacket).
In les 9 en 10 van #dutchgrammar In lesson 9 and 10 of #dutchgrammar
vertel ik waarom. I explain why.
Tot volgende de keer See you next time
bij ‘Heb je zin?’ at ‘Heb je zin?’ (are you in the mood?)

Subtitles in other languages

Hallo, mijn naam is Bart de Pau, Привет, меня зовут Барт де Пау,
online docent Nederlands. онлайн-преподаватель нидерландского.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Добро пожаловать на ‘Heb je zin?’ (как настроение?).
Vandaag oefenen we zinnen Сегодня мы практикуем предложения
met de grammatica van #dutchgrammar les 9 en 10 используя грамматику из уроков 9 и 10 #dutchgrammar
over bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven). о прилагательных.
In deze les gaan Martin en Marieke naar de markt. В этом уроке Мартин и Марике идут на рынок.
Marieke loopt naar de markt vanaf het station. Марике идёт на рынок с ж/д вокзала.
Daar ziet ze Martin. Там она видит Мартина.
Dag Martin! Привет, Мартин!
Dag Marieke! Привет, Марике!
Wat een mooie jas! Какое красивое пальто!
Is dat een nieuwe jas? Это новое пальто?
Ja. Dit is een nieuwe jas. Да, это новое пальто.
Hij is lekker warm. Оно очень тёплое.
Buiten is het koud. На улице холодно.
Dus een warme jas is belangrijk. Поэтому тёплое пальто очень важно.
Ik wil ook een warme jas. Я тоже хочу тёплое пальто.
Dit is een oude jas. Это старая куртка.
Mijn jas is lelijk en een beetje vuil. Моя куртка некрасивая и немного грязная.
Ja Martin, Да, Мартин,
die jas is niet mooi эта куртка некрасивая
en ook niet zo schoon. и также не очень чистая.
Hier op de markt verkopen ze ook jassen. Здесь на рынке также продают куртки.
Hmmm… Хммм…
Hier is het niet duur. Здесь недорого.
Op de markt verkopen ze goedkope jassen. На рынке продают дешёвые куртки.
Ik heb het koud. Мне холодно.
En ik wil nu een nieuwe jas! И я хочу сейчас новую куртку!
Marieke, help me alsjeblieft. Марике, помоги мне, пожалуйста.
Dat is goed. Ik help je. Хорошо. Я тебе помогу.
We gaan een nieuwe jas uitzoeken. Мы выберем новую куртку.
Dat is heel lief van je. Это очень мило с твоей стороны.
Daar is een kraam met jassen. Там прилавок с куртками.
Hallo, ik wil een nieuwe jas. Здравствуйте, я хочу новую куртку.
Dat kan. Это возможно.
Een korte jas of een lange jas? Короткую куртку или длинную куртку?
Een korte jas, maar wel warm. Короткую куртку, но тёплую.
Ok. Deze jas is kort. Окей. Эта куртка короткая.
Maar het is wel een dikke jas. Но это довольно-таки толстая куртка.
Hmmm. Hij is een beetje te groot. Хммм. Она немного велика.
Nou Martin, misschien ben jij te dun! Ну Мартин, может ты слишком худой!
Hier is nog een jas. Вот ещё другая куртка.
Is die niet te klein? Она не слишком маленькая?
Hmmm. Nee hoor, deze is goed. Хммм. Нет, эта хорошая.
Hoe duur is deze jas? Насколько дорагая эта куртка?
200 euro 200 евро
Dat is niet goedkoop. Это недёшево.
Dat is erg duur! Это очень дорого!
Kom op Martin! Перестань, Мартин!
Zo arm ben je toch niet? Ты не так уж и беден, не так ли?
Maar zo rijk ook niet! Но и не так богат!
Ok. Окей.
Hier heb ik nog een jas. Тут у меня есть другая куртка.
Deze jas is kort, Эта куртка короткая,
lekker warm en goedkoop! очень тёплая и дешёвая!
50 euro 50 евро
Hmmm… Хммм…
niet te klein не слишком маленькая,
niet te groot не слишком большая,
niet te kort не слишком короткая,
en niet te lang не слишком длинная,
en niet te duur! и не слишком дорогая!
Dat is niet slecht! Не так уж плохо!
Dat is zelfs heel goed! Вообще-тоб очень даже хорошо!
Ik koop de jas! Я покупаю эту куртку!
Heel goed Martin! Очень хорошо, Мартин!
Zo… en nu gaan we eten kopen. Хорошо… а сейчас мы пойдём покупать еду.
Heb je honger? Ты голоден?
Ja, ik heb honger! Да, я голоден!
Volgende keer kijken we verder. В следующий раз мы продолжим просмотр.
Ken je alle bijvoeglijke naamwoorden? Ты знаешь все прилагательные?
Begrijp je dat we zeggen: Понимаете ли вы, что мы говорим:
De jas is warm. ‘De jas is warm'(куртка тёплая).
maar: ‘de warme jas’. но: ‘de warmE jas’ (тёплая куртка).
In les 9 en 10 van #dutchgrammar В уроках 9 и 10 #dutchgrammar
vertel ik waarom. я расскажу, почему.
Tot de volgende keer До встречи
bij ‘Heb je zin?’ на ‘Heb je zin?’

Hallo, mijn naam is Bart de Pau, Привіт, моє ім´я – Барт де Пау,
online docent Nederlands. онлайн-викладач нідерландської мови.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’ (Як настрій?)
Vandaag oefenen we zinnen Сьогодні ми попрактикуємо речення
met de grammatica van #dutchgrammar les 9 en 10 використовуючи граматику з уроків 9 та 10 #dutchgrammar
over bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven). про прикметники.
In deze les gaan Martin en Marieke naar de markt. В цьому уроці Мартін і Маріке підуть на ринок.
Marieke loopt naar de markt vanaf het station. Маріке йде на ринок з вокзалу.
Daar ziet ze Martin. Там вона бачить Мартіна.
Dag Martin! Привіт, Мартіне!
Dag Marieke! Привіт, Маріке!
Wat een mooie jas! Яка гарна куртка!
Is dat een nieuwe jas? Це нова куртка?
Ja. Dit is een nieuwe jas. Так. Це – нова куртка.
Hij is lekker warm. Вона дуже тепла.
Buiten is het koud. На вулиці холодно.
Dus een warme jas is belangrijk. Тому тепла куртка важлива.
Ik wil ook een warme jas. Я теж хочу теплу куртку.
Dit is een oude jas. Це – стара куртка.
Mijn jas is lelijk en een beetje vuil. Моя куртка не гарна і трохи брудна.
Ja Martin, Так Мартін,
die jas is niet mooi ця куртка – не гарна
en ook niet zo schoon. і не охайна також.
Hier op de markt verkopen ze ook jassen. Тут, на ринку, також продаються куртки.
Hmmm… Хмммм…
Hier is het niet duur. Тут не дорого.
Op de markt verkopen ze goedkope jassen. На ринку продаються дешеві куртки.
Ik heb het koud. Мені холодно.
En ik wil nu een nieuwe jas! І я зараз хочу нову куртку!
Marieke, help me alsjeblieft. Маріке, допоможи мені, будь ласка.
Dat is goed. Ik help je. Добре. Я тобі допоможу.
We gaan een nieuwe jas uitzoeken. Ми виберемо нову куртку.
Dat is heel lief van je. Це дуже мило з твого боку.
Daar is een kraam met jassen. Там є палатка з куртками.
Hallo, ik wil een nieuwe jas. Добрий день, я хотів би нову куртку.
Dat kan. Це можливо.
Een korte jas of een lange jas? Коротку куртку чи довгу?
Een korte jas, maar wel warm. Коротку куртку, але теплу.
Ok. Deze jas is kort. ОК. Ця куртка коротка.
Maar het is wel een dikke jas. Але вона також і тепла куртка.
Hmmm. Hij is een beetje te groot. Хммм. Вона трохи завелика.
Nou Martin, misschien ben jij te dun! Ну, Мартіне, можливо, це ти занадто худий!
Hier is nog een jas. Ось ще одна куртка.
Is die niet te klein? Ця не замала?
Hmmm. Nee hoor, deze is goed. Хммм. Ні, ця – хороша.
Hoe duur is deze jas? Скільки коштує ця куртка?
200 euro 200 євро
Dat is niet goedkoop. Це не дешево.
Dat is erg duur! Це дуже дорого!
Kom op Martin! Годі, Мартін!
Zo arm ben je toch niet? Ти ж не такий вже і бідний?
Maar zo rijk ook niet! Але і не такий багатий!
Ok. ОК.
Hier heb ik nog een jas. Тут у мене є ще одна куртка.
Deze jas is kort, Ця куртка коротка,
lekker warm en goedkoop! комфортно тепла і не дорога!
50 euro 50 євро
Hmmm… Хммм…
niet te klein не замала
niet te groot не завелика
niet te kort не закоротка
en niet te lang і не задовга
en niet te duur! і не задорога!
Dat is niet slecht! Це – не погано!
Dat is zelfs heel goed! Власне, це – дуже добре!
Ik koop de jas! Я купую цю куртку!
Heel goed Martin! Дуже добре Мартін!
Zo… en nu gaan we eten kopen. Так… а тепер ми підемо купляти їсти.
Heb je honger? Ти голодна?
Ja, ik heb honger! Так, я голодна!
Volgende keer kijken we verder. Наступного разу ми продовжимо перегляд.
Ken je alle bijvoeglijke naamwoorden? Чи ти знаєш всі прикметники?
Begrijp je dat we zeggen: Чи ти розумієш, чому ми говоримо:
De jas is warm. ‘De jas is warm.’ (Куртка – тепла.)
maar: ‘de warme jas’. але: ‘de warme jas’ (тепла куртка).
In les 9 en 10 van #dutchgrammar В уроках 9 і 10 #dutchgrammar
vertel ik waarom. я пояснюю чому.
Tot de volgende keer До наступного разу
bij ‘Heb je zin?’ в ‘Heb je zin?’ (Як настрій?)

Hallo, mijn naam is Bart de Pau, Cześć, nazywam się Bart de Pau,
online docent Nederlands. nauczyciel niderlandzkiego online.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Witam w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?).
Vandaag oefenen we zinnen Dzisiaj będziemy ćwiczyć zdania
met de grammatica van #dutchgrammar les 9 en 10 z użyciem gramatyki z #dutchgrammar lekcja 9 i 10
over bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven). o przymiotnikach.
In deze les gaan Martin en Marieke naar de markt. W tej lekcji Martin i Marieke idą na targ.
Marieke loopt naar de markt vanaf het station. Marieke idzie na targ ze stacji.
Daar ziet ze Martin. Tam ona widzi Martina.
Dag Martin! Cześć Martin!
Dag Marieke! Cześć Marieke!
Wat een mooie jas! Jaki ładny płaszcz!
Is dat een nieuwe jas? Czy to nowy płaszcz?
Ja. Dit is een nieuwe jas. Tak, to nowy płaszcz.
Hij is lekker warm. Jest bardzo ciepły.
Buiten is het koud. Na zewnątrz jest zimno,
Dus een warme jas is belangrijk. więc ciepły płaszcz jest ważny.
Ik wil ook een warme jas. Ja też chcę ciepły płaszcz.
Dit is een oude jas. To jest stara kurtka.
Mijn jas is lelijk en een beetje vuil. Moja kurtka jest brzydka i trochę przybrudzona.
Ja Martin, Tak Martin,
die jas is niet mooi ta kurtka nie jest piękna
en ook niet zo schoon. i też nie za czysta.
Hier op de markt verkopen ze ook jassen. Tu na targu, oni sprzedają również kurtki.
Hmmm… Hmmm…
Hier is het niet duur. Tu nie jest drogo.
Op de markt verkopen ze goedkope jassen. Na targu oni sprzedają tanie kurtki.
Ik heb het koud. Zimno mi,
En ik wil nu een nieuwe jas! więc ja chcę nową kurtkę teraz!
Marieke, help me alsjeblieft. Marieke, pomóż mi proszę.
Dat is goed. Ik help je. W porządku. Pomogę Ci.
We gaan een nieuwe jas uitzoeken. Wybierzmy się poszukać nowej kurtki.
Dat is heel lief van je. To miło z twojej strony.
Daar is een kraam met jassen. Tam jest stoisko z kurtkami.
Hallo, ik wil een nieuwe jas. Dzień dobry, ja chcę nową kurtkę.
Dat kan. To możliwe.
Een korte jas of een lange jas? Krótką czy długą kurtkę?
Een korte jas, maar wel warm. Krótką kurtkę, ale ciepłą.
Ok. Deze jas is kort. Ok. Ta kurtka jest krótka.
Maar het is wel een dikke jas. Ale to jest bardzo gruba kurtka.
Hmmm. Hij is een beetje te groot. Hmmm. Ona jest trochę z duża.
Nou Martin, misschien ben jij te dun! Wiesz Martin, może jesteś za chudy!
Hier is nog een jas. Tu jest inna kurtka.
Is die niet te klein? Czy nie jest za mała?
Hmmm. Nee hoor, deze is goed. Hmmm. Jasne, że nie, ta jest dobra.
Hoe duur is deze jas? Ile kosztuje ta kurtka?
200 euro 200 euro
Dat is niet goedkoop. To nie jest tanio.
Dat is erg duur! To jest drogo!
Kom op Martin! Przestań Martin!
Zo arm ben je toch niet? Przecież nie jesteś taki biedny, co nie?
Maar zo rijk ook niet! Ale za bogaty też nie!
Ok. Ok.
Hier heb ik nog een jas. Tu mam jeszcze jedną kurtkę.
Deze jas is kort, Ta kurtka jest krótka,
lekker warm en goedkoop! przyjemnie ciepła i tania!
50 euro 50 euro
Hmmm… Hmmm…
niet te klein nie za mała
niet te groot nie za duża
niet te kort nie za krótka
en niet te lang i nie za długa
en niet te duur! i nie za droga!
Dat is niet slecht! Nie jest zła!
Dat is zelfs heel goed! Właściwie, jest bardzo dobra!
Ik koop de jas! Ja kupię tę kurtkę!
Heel goed Martin! Bardzo dobrze Martin!
Zo… en nu gaan we eten kopen. Zatem… teraz idziemy kupić jedzenie.
Heb je honger? Jesteś głodna?
Ja, ik heb honger! Tak, jestem głodna!
Volgende keer kijken we verder. Następnym razem zobaczymy ciąg dalszy.
Ken je alle bijvoeglijke naamwoorden? Znasz wszystkie przymiotniki?
Begrijp je dat we zeggen: Czy rozumiesz dlaczego mówimy:
De jas is warm. ‘De jas is warm.’ (Kurtka jest ciepła.)
maar: ‘de warme jas’. ale: ‘de warme jas’ (ciepła kurtka).
In les 9 en 10 van #dutchgrammar W lekcji 9 i 10 #dutchgrammar
vertel ik waarom. wyjaśniam dlaczego.
Tot volgende de keer Do następnego razu
bij ‘Heb je zin?’ w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?)