Lesson 05 – Inversion + question words


Transcript

Hallo, mijn naam is Bart de Pau. Hello, my name is Bart de Pau.
Ik geef online Nederlandse les. I teach Dutch online.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Welcome to ‘Heb je zin?’ (Are you in the mood?).
Hier oefenen we Nederlandse zinnen. Here, we are going to practise Dutch phrases.
In deze les gebruiken we de grammatica In this lesson, we use the grammar
van #dutchgrammar les 7 (over inversie) of #dutchgrammar lesson 7 (about inversion)
en #dutchgrammar les 8 (over vraagwoorden). and #dutchgrammar lesson 8 (about question words).
Dit is Martin. This is Martin.
En dit is Marieke. And this is Marieke.
Vandaag belt Martin Marieke. Today, Martin calls Marieke.
Eh… waar is het telefoonnummer? Eh… where is the phone number?
Ah… hier! Ah… here!
Martin draait het nummer. Martin dials the number.
Met Marieke. This is Marieke speaking.
Hallo Marieke, met Martin. Hi Marieke, this is Martin.
Hallo Martin! Hello Martin!
Hoe gaat het met jou? How are you?
Met mij gaat het goed! I’m fine!
En met jou? And how about you?
Met mij ook. Me too.
Wat doe je? What are you doing?
Ik lees een boek. I’m reading a book.
Welk boek? Which book?
Eh… een studieboek. Eh… a study book.
En wat doe je straks? And what are you doing later?
Straks ga ik naar de kapper. I am going to the hairdresser later.
Waarom vraag je dat? Why are you asking that?
Ehh… gewoon… Well… just …
Wat doe je vanavond? What are your plans for tonight?
Dat weet ik nog niet. I don’t know yet.
Kom je eten? Do you want to come over for dinner?
Wanneer? When?
Vanavond! Tonight!
Eh ja, dat vind ik wel leuk. Eh yes, that’s something I’d like to.
Waar? Where?
Bij mij thuis. At my home.
Kook jij? Are you cooking?
Ja, dan kook ik. Yes, I’m cooking.
Wat wil je? What would you like?
Eh… Wat heb je? Eh… what do you have?
Ik moet nog naar de markt. I still need to go to the market.
Oh… Weet je wat? Oh… Do you know what?
Dan gaan we samen naar de markt! Then we will go to the market together!
Dat is leuk! That will be nice!
Hoe laat kom je? What time you will come?
Tot 2 uur ben ik bij de kapper. I will be at the hairdresser till 2 o’clock.
Daarna neem ik de trein. Then I will take the train.
Kom je meteen naar de markt? Will you come directly to the market?
Dat is goed. That’s fine.
Dan ga ik meteen naar de markt. Then I will go to the market directly.
Welke markt? Which market?
De ‘Albert Cuyp’. The ‘Albert Cuyp’.
Waar is dat? Where is that?
Dat is in ‘De Pijp’. That is in ‘De Pijp’.
De Pijp? Wat is ‘De Pijp’? De Pijp? What is ‘De Pijp’?
De Pijp is een buurt in Amsterdam. De Pijp is a neighbourhood in Amsterdam.
Hoeveel kilometer is dat van het station? How many kilometers is that from the railway station?
Van welk station? From which railway station?
Van het Centraal Station. From the Central Railway Station.
Eh… Dat is ongeveer 2 kilometer lopen. Eh… It’s about a 2 kilometer walk.
Ok. Ok.
Dan ben ik om 4 uur op de Albert Cuyp. Then I will be at the ‘Albert Cuyp’ at 4 o’clock.
Goed zo! Very good!
Dan zie ik je daar. I will see you there then.
Tot straks! So long!
Doei! Bye!
Dat was de les van vandaag. That was today’s lesson.
Ken je alle vraagwoorden uit deze les? Do you know all the question words from this lesson?
Begrijp je de inversie? Do you understand the inversion?
Als je het niet begrijpt, If you don’t understand,
kijk dan nog eens les 7 en 8 van #dutchgrammar. watch back lesson 7 and 8 of #dutchgrammar.
In de volgende les In the next lesson
zien we Marieke en Martin op de markt. we will see Marieke and Martin at the market.
Tot de volgende keer! See you next time!

Subtitles in other languages

Hallo, mijn naam is Bart de Pau. Привет, меня зовут Барт де Пау.
Ik geef online Nederlandse les. Я преподаю нидерландский онлайн.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Добро пожаловать на ‘Heb je zin?’ (как настроение?).
Hier oefenen we Nederlandse zinnen. Здесь мы практикуем предложения на нидерландском.
In deze les gebruiken we de grammatica В этом уроке мы применяем грамматику
van #dutchgrammar les 7 (over inversie) из урока 7 #dutchgrammar (об инверсии)
en #dutchgrammar les 8 (over vraagwoorden). и урока 8 #dutchgrammar (о вопросительных словах).
Dit is Martin. Это Мартин.
En dit is Marieke. А это Марике.
Vandaag belt Martin Marieke. Сегодня Мартин звонит Марике.
Eh… waar is het telefoonnummer? Эхх… где же номер телефона?
Ah… hier! А… вот!
Martin draait het nummer. Мартин набирает номер.
Met Marieke. Это Марике, слушаю.
Hallo Marieke, met Martin. Привет, Марике, это Мартин.
Hallo Martin! Привет, Мартин!
Hoe gaat het met jou? Как у тебя дела?
Met mij gaat het goed! У меня всё отлично!
En met jou? А у тебя?
Met mij ook. И у меня.
Wat doe je? Чем занимаешься?
Ik lees een boek. Читаю книгу.
Welk boek? Какую книгу?
Eh… een studieboek. Эм… учебник.
En wat doe je straks? И что ты делаешь потом?
Straks ga ik naar de kapper. Потом я собираюсь идти к парикмахеру.
Waarom vraag je dat? А почему ты спрашиваешь?
Ehh… gewoon… Нуу… просто …
Wat doe je vanavond? Какие у тебя планы на вечер?
Dat weet ik nog niet. Пока не знаю.
Kom je eten? Не хочешь поужинать?
Wanneer? Когда?
Vanavond! Сегодня вечером!
Eh ja, dat vind ik wel leuk. Ах да, мне нравится эта идея.
Waar? Где?
Bij mij thuis. У меня дома.
Kook jij? Ты готовишь?
Ja, dan kook ik. Да, я готовлю.
Wat wil je? Чего бы ты хотела?
Eh… Wat heb je? Эм… а что у тебя есть?
Ik moet nog naar de markt. Мне всё еще нужно сходить на рынок.
Oh… Weet je wat? О… А знаешь что?
Dan gaan we samen naar de markt! Тогда мы пойдём на рынок вместе!
Dat is leuk! Это было было отлично!
Hoe laat kom je? Во сколько ты приедешь?
Tot 2 uur ben ik bij de kapper. До двух часов я буду у парикмахера.
Daarna neem ik de trein. Потом сяду на поезд.
Kom je meteen naar de markt? Ты приедешь сразу на рынок?
Dat is goed. Хорошо.
Dan ga ik meteen naar de markt. Я приеду сразу на рынок.
Welke markt? Какой рынок?
De ‘Albert Cuyp’. ‘Albert Cuyp’ (Альберт Кауп).
Waar is dat? Это где?
Dat is in ‘De Pijp’. Это в ‘De Pijp’ (Де Пайп).
De Pijp? Wat is ‘De Pijp’? ‘De Pijp’? Что такое ‘De Pijp’?
De Pijp is een buurt in Amsterdam. ‘De Pijp’ (Де Пайп) – это район в Амстердаме.
Hoeveel kilometer is dat van het station? Сколько километров это от вокзала?
Van welk station? От какого вокзала?
Van het Centraal Station. От Центрального вокзала.
Eh… Dat is ongeveer 2 kilometer lopen. Эм… Это где-то 2 километра пешком.
Ok. Окей.
Dan ben ik om 4 uur op de Albert Cuyp. Тогда я буду на ‘Albert Cuyp’ в 4 часа.
Goed zo! Отлично!
Dan zie ik je daar. Тогда встретимся там.
Tot straks! До скорого!
Doei! Пока!
Dat was de les van vandaag. Таким был урок сегодня.
Ken je alle vraagwoorden uit deze les? Знаете ли вы все вопросительные слова из этого урока?
Begrijp je de inversie? Понимаете ли вы инверсию?
Als je het niet begrijpt, Если не понимаете,
kijk dan nog eens les 7 en 8 van #dutchgrammar. посмотрите ещё раз уроки 7 и 8 #dutchgrammar.
In de volgende les В следующем уроке
zien we Marieke en Martin op de markt. мы увидим Марике и Мартина на рынке.
Tot de volgende keer! До встречи!

Hallo, mijn naam is Bart de Pau. Привіт, моє ім’я Барт де Пау.
Ik geef online Nederlandse les. Я викладаю нідерландську онлайн.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’ (‘Як настрій?’)
Hier oefenen we Nederlandse zinnen. Тут ми практикуємо нідерландські речення.
In deze les gebruiken we de grammatica У цьому уроці ми будемо використовувати граматику
van #dutchgrammar les 7 (over inversie) з уроку 7 #dutchgrammar (про інверсію)
en #dutchgrammar les 8 (over vraagwoorden). та уроку 8 #dutchgrammar (про питальні слова).
Dit is Martin. Це – Мартін.
En dit is Marieke. А це – Маріке.
Vandaag belt Martin Marieke. Сьогодні Мартін подзвонить Маріке.
Eh… waar is het telefoonnummer? Е… де номер телефону?
Ah… hier! А… ось!
Martin draait het nummer. Мартін набирає номер.
Met Marieke. Це – Маріке.
Hallo Marieke, met Martin. Привіт Маріке, це – Мартін.
Hallo Martin! Привіт, Мартін!
Hoe gaat het met jou? Як в тебе справи?
Met mij gaat het goed! У мене все добре!
En met jou? А в тебе?
Met mij ook. В мене теж.
Wat doe je? Що ти робиш?
Ik lees een boek. Я читаю книжку.
Welk boek? Яку книжку?
Eh… een studieboek. Е… підручник.
En wat doe je straks? А що ти робиш потім?
Straks ga ik naar de kapper. Потім я іду в перукарню.
Waarom vraag je dat? Чому ти питаєш?
Ehh… gewoon… Еее… просто…
Wat doe je vanavond? Що ти робиш сьогодні ввечері?
Dat weet ik nog niet. Поки що не знаю.
Kom je eten? Прийдеш на вечерю?
Wanneer? Коли?
Vanavond! Сьогодні ввечері!
Eh ja, dat vind ik wel leuk. Так, з задоволенням.
Waar? Де?
Bij mij thuis. У мене вдома.
Kook jij? Готуєш ти?
Ja, dan kook ik. Так, тоді готую я.
Wat wil je? Що би ти хотіла??
Eh… Wat heb je? Ех… Що в тебе є?
Ik moet nog naar de markt. Мені потрібно ще на ринок.
Oh… Weet je wat? О… Знаєш що?
Dan gaan we samen naar de markt! Тоді підемо разом на ринок!
Dat is leuk! Чудово!
Hoe laat kom je? О котрій годині ти приїдеш?
Tot 2 uur ben ik bij de kapper. До 2-ї години я буду в перукарні .
Daarna neem ik de trein. Після цього я сяду на потяг.
Kom je meteen naar de markt? Ти приїдеш зразу на ринок?
Dat is goed. Добре.
Dan ga ik meteen naar de markt. Тоді я приїду одразу на ринок.
Welke markt? Який ринок?
De ‘Albert Cuyp’. Ринок ‘Albert Cuyp’.
Waar is dat? Де це?
Dat is in ‘De Pijp’. Це в “De Pijp”.
De Pijp? Wat is ‘De Pijp’? De Pijp? Що таке ‘De Pijp’?
De Pijp is een buurt in Amsterdam. De Pijp – це район в Амстердамі.
Hoeveel kilometer is dat van het station? Скільки кілометрів це від станції?
Van welk station? Від якої станції?
Van het Centraal Station. Від центрального вокзалу.
Eh… Dat is ongeveer 2 kilometer lopen. Е… Це приблизно 2 кілометри пішки.
Ok. ОК.
Dan ben ik om 4 uur op de Albert Cuyp. Тоді я буду на (ринку) “Albert Cuyp” о 4 годині.
Goed zo! Чудово!
Dan zie ik je daar. Тоді побачимось там.
Tot straks! До зустрічі!
Doei! Бува!
Dat was de les van vandaag. Це був сьогоднішній урок.
Ken je alle vraagwoorden uit deze les? Чи ти знаєш всі питальні слова з цього уроку?
Begrijp je de inversie? Ти розумієш інверсію?
Als je het niet begrijpt, Якщо ні,
kijk dan nog eens les 7 en 8 van #dutchgrammar. подивись тоді ще раз урок 7 і 8 #dutchgrammar.
In de volgende les У наступному уроці
zien we Marieke en Martin op de markt. ми побачимо Маріке і Мартіна на ринку.
Tot de volgende keer! До наступного разу!

Hallo, mijn naam is Bart de Pau. Cześć, nazywam się Bart de Pau.
Ik geef online Nederlandse les. Uczę niderlandzkiego online.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Witam w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?).
Hier oefenen we Nederlandse zinnen. Tutaj ćwiczymy niderlandzkie zdania.
In deze les gebruiken we de grammatica Podczas tej lekcji wykorzystamy gramatykę
van #dutchgrammar les 7 (over inversie) z #dutchgrammar lekcja 7 (o inwersji)
en #dutchgrammar les 8 (over vraagwoorden). i #dutchgrammar lekcja 8 (o zaimkach pytających).
Dit is Martin. To jest Martin.
En dit is Marieke. A to Marieke.
Vandaag belt Martin Marieke. Dzisiaj Martin dzwoni do Marieke.
Eh… waar is het telefoonnummer? Eh… gdzie jest numer telefonu?
Ah… hier! Ah… tutaj!
Martin draait het nummer. Martin wybiera numer.
Met Marieke. Z tej strony Marieke.
Hallo Marieke, met Martin. Cześć Marieke, tu Martin.
Hallo Martin! Cześć Martin!
Hoe gaat het met jou? Jak się masz?
Met mij gaat het goed! U mnie wszystko dobrze!
En met jou? A u ciebie?
Met mij ook. U mnie też.
Wat doe je? Co robisz?
Ik lees een boek. Czytam książkę.
Welk boek? Jaką książkę?
Eh… een studieboek. Eh… podręcznik.
En wat doe je straks? A co robisz później?
Straks ga ik naar de kapper. Później idę do fryzjera.
Waarom vraag je dat? Dlaczego pytasz?
Ehh… gewoon… Ehh… tak zwyczajnie …
Wat doe je vanavond? Co robisz wieczorem?
Dat weet ik nog niet. Jeszcze nie wiem.
Kom je eten? Przyjdziesz na kolację?
Wanneer? Kiedy?
Vanavond! Wieczorem!
Eh ja, dat vind ik wel leuk. Eh tak, bardzo fajnie.
Waar? Gdzie?
Bij mij thuis. U mnie w domu.
Kook jij? Ty gotujesz?
Ja, dan kook ik. Tak, ja będę gotował.
Wat wil je? Na co masz ochotę?
Eh… Wat heb je? Eh… A co masz?
Ik moet nog naar de markt. Ja muszę jeszcze na targ.
Oh… Weet je wat? Oh… Wiesz co?
Dan gaan we samen naar de markt! Więc chodźmy razem na targ!
Dat is leuk! Będzie fajnie!
Hoe laat kom je? O której będziesz?
Tot 2 uur ben ik bij de kapper. Do 14.00 będę u fryzjera.
Daarna neem ik de trein. Później wsiądę do tramwaju.
Kom je meteen naar de markt? Przyjedziesz od razu na targ?
Dat is goed. Dobrze.
Dan ga ik meteen naar de markt. W takim razu przyjadę od razu na targ.
Welke markt? Który targ?
De ‘Albert Cuyp’. ‘Albert Cuyp’.
Waar is dat? Gdzie to jest?
Dat is in ‘De Pijp’. To jest ‘De Pijp’.
De Pijp? Wat is ‘De Pijp’? De Pijp? Co to ‘De Pijp’?
De Pijp is een buurt in Amsterdam. De Pijp to dzielnica w Amsterdamie.
Hoeveel kilometer is dat van het station? Ile kilometrów jest tam od stacji?
Van welk station? Od której stacji?
Van het Centraal Station. Od Dworca Centralnego.
Eh… Dat is ongeveer 2 kilometer lopen. Eh… To jest około 2 kilometrów pieszo.
Ok. Ok.
Dan ben ik om 4 uur op de Albert Cuyp. W takim razie o 16.00 będę na ‘Albert Cuyp’.
Goed zo! Dobrze!
Dan zie ik je daar. Widzimy się tam.
Tot straks! Do zobaczenia!
Doei! Pa!
Dat was de les van vandaag. To była lekcja na dziś.
Ken je alle vraagwoorden uit deze les? Czy znasz wszystkie zaimki pytające użyte podczas tej lekcji?
Begrijp je de inversie? Rozumiesz inwersję?
Als je het niet begrijpt, Jeśli nie rozumiesz,
kijk dan nog eens les 7 en 8 van #dutchgrammar. zobacz jeszcze raz lekcję 7 i 8 na #dutchgrammar.
In de volgende les Podczas następnej lekcji
zien we Marieke en Martin op de markt. zobaczymy Marieke i Martina na targu.
Tot de volgende keer! Do następnego razu!