1A – Exercise 02 | Present tense conjugation – Regular

Mijn ouders ___ erg veel. (reizen)

Zij ___ de helft van het jaar in Zuid-Frankrijk. (wonen)

Ik ___ me wel alleen! (vermaken)

Met mijn vrienden ___ ik elke week iets leuks te doen. (proberen)

Vaak ___ we een bootje. (huren)

Dan ___ we over de grachten. (varen)

___ jij wel eens? (varen)

Nee, ik ___ nooit. (varen)

Waarom ___ je niet eens, als we gaan varen? (komen)

Leuk! Ik ___ zeker als je mij uitnodigt! (komen)

Ik ___ je wel als we weer gaan varen. (bellen)

___ je het op tijd weten? (laten)

Ik ___ dan vrij van mijn werk. (vragen)

Ik ___ dat mijn baas het goed vindt. (denken)

___ we voor dit weekend afspreken! (laten)

Dat ___ ik helemaal een goed plan. (vinden)

Wat ___ het huren van een bootje? (kosten)

Meestal ___ we 200 euro. (betalen)

Dat ___ we met 6 of 7 man. (delen)

Dus per persoon ___ het 30 tot 35 euro. (kosten)

Dat ___ binnen mijn budget! (passen)

Wij ___ ook altijd wat te drinken en te eten mee. (nemen)

___ je dat ik ook iets meeneem? (verwachten)

Ja, natuurlijk! Jij ___ toch altijd appeltaarten? (bakken)

Ok. Dan ___ ik voor een appeltaart! (zorgen)

Ik ___ nog niet wat ik meeneem. (weten)

Misschien ___ ik wel broodjes. (maken)

___ jij broodjes met ham en kaas? (lusten)

Ja hoor, ik ___ alles! (lusten)

Mooi, dan ___ ik mijn vrienden om iets te drinken mee te nemen. (vragen)

Ik ___ het een goed idee! (vinden)

___ ik die vrienden? (kennen)

Ik ___ het niet. (denken)

Deze vrienden ___ ik van de voetbalclub. (kennen)

Frank en Joris ___ mij al 4 jaar. (kennen)

Pieter, Henk en Menno ___ nog maar kort bij de club. (spelen)

Vanavond ___ ik met hen. (praten)

Dan ___ ik dit plan. (bespreken)

Morgen ___ ik het wel aan je weten. (laten)

Dan ___ ik je op je mobiel. (bellen)

Dat is goed! Ik ___ het echt leuk. (vinden)

Ik ___ dat het doorgaat. (hopen)

Het ___ dit weekend mooi weer. (worden)

Ik ___ het wel. (horen)

Dan ___ ik je morgen. (spreken)

Wanneer ___ je me? (bellen)

Ik ___ om 10 uur. (denken)

Dan ___ we daarna meteen het bootje. (boeken)