Vocabulary exercise – 33D – CONTEXT
/by bartdepauQuiz Summary
0 of 36 Questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Results
Results
0 of 36 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- Current
- Review
- Answered
- Correct
- Incorrect
-
Question 1 of 36
1. Question
Mijn oom gebruikt _____________ om zijn auto te repareren.
CorrectIncorrect -
Question 2 of 36
2. Question
Ik houd van muziek. Ik geniet van spelen op mijn gitaar. Ik vind het een mooi ______________.
CorrectIncorrect -
Question 3 of 36
3. Question
Hij gebruikt _______________om het papier in twee delen te knippen.
CorrectIncorrect -
Question 4 of 36
4. Question
De kapper gebruikt een schaar om het haar van Xing te ____________.
CorrectIncorrect -
Question 5 of 36
5. Question
De kok kan de worst met een mes _________________. Het is winter en hij gaat lekkere erwtensoep maken.
CorrectIncorrect -
Question 6 of 36
6. Question
Ik ben in de keuken van het restaurant. In de keuken staat een ___________. Met de ___________snijdt de kok het vlees.
CorrectIncorrect -
Question 7 of 36
7. Question
De boekhouder gebruikt ____________________. Hij wil weten hoeveel ik moet betalen.
CorrectIncorrect -
Question 8 of 36
8. Question
Waar staat jouw ______________?
CorrectIncorrect -
Question 9 of 36
9. Question
In Amsterdam heb je echt een ______________op je fiets nodig. Zonder ___________ ben je je fiets snel kwijt!
CorrectIncorrect -
Question 10 of 36
10. Question
O… nee… Dit gebeurt elke morgen! Ik ben ______________kwijt. Nu kan ik de deur niet openen.
CorrectIncorrect -
Question 11 of 36
11. Question
Ik wil mijn huisarts bellen, maar ik ben mijn mobieltje ____________. Ik kan niet bellen zonder telefoon.
CorrectIncorrect -
Question 12 of 36
12. Question
_______________________! Waar is hij? Ik kan hem niet vinden en ik wil nu met de auto rijden. Wat een probleem!
CorrectIncorrect -
Question 13 of 36
13. Question
Zullen we het raam __________________? Het is nu te warm binnen. Buiten waait het en is het koud. Ik wil graag frisse lucht in huis.
CorrectIncorrect -
Question 14 of 36
14. Question
Om hoe laat _____________de winkels op zaterdag?
– Ik denk dat de winkels tot zes uur ‘s avonds open zijn, maar ik weet het niet zeker. Ik zal even op de computer kijken.CorrectIncorrect -
Question 15 of 36
15. Question
Jasper heeft op zijn bedrijf een vaste _________________. Hij gebruikt die ______________ en zijn mobieltje voor zijn werk. Hij belt veel.
CorrectIncorrect -
Question 16 of 36
16. Question
Vind jij het vervelend als je vrienden de hele tijd met hun ___________________in de hand zitten?
– Ja, dat vind ik niet leuk. Als ik met vrienden ben, gebruik ik mijn __________ niet.CorrectIncorrect -
Question 17 of 36
17. Question
Schrijf jij met een pen of met een __________________?
– Ik gebruik liever een pen.CorrectIncorrect -
Question 18 of 36
18. Question
Ik schrijf een brief met ____________van mijn vader.
CorrectIncorrect -
Question 19 of 36
19. Question
Heeft u pen en ______________?
– Ja, dat heb ik! Ok, schrijf op: ’06 81716151′CorrectIncorrect -
Question 20 of 36
20. Question
Het hout van de kast is oud. Sven gebruikt een speciale _________ om het hout mooi te maken.
CorrectIncorrect -
Question 21 of 36
21. Question
De auto van mijn oom rijdt op ________. Mijn oom gaat naar België om ___________ te kopen voor zijn auto. In België is ____________ op het moment goedkoper dan in Nederland.
CorrectIncorrect -
Question 22 of 36
22. Question
Welke ____________ gebruikt jouw auto?
– Mijn auto rijdt op diesel. En die van jou?CorrectIncorrect -
Question 23 of 36
23. Question
Wil je een ring van zilver of een ring van ______________? Wat denk je?
– Ik wil een ring van _____________natuurlijk! Ik houd van duur!CorrectIncorrect -
Question 24 of 36
24. Question
Het bestek van mijn oma is van ____________. Het is heel duur. Mijn trouwring is ook van _______________.
CorrectIncorrect -
Question 25 of 36
25. Question
De plank is gemaakt van ______________. Het ___________komt van een boom uit het bos.
CorrectIncorrect -
Question 26 of 36
26. Question
Mijn vader wil niet dat zijn gereedschap op de grond ligt. Hij legt al het gereedschap op een ______________ in een ijzeren kast.
CorrectIncorrect -
Question 27 of 36
27. Question
In de provincie Zeeland zit soms zand uit de Sahara in de _____________. Dat is speciaal hè!
CorrectIncorrect -
Question 28 of 36
28. Question
In dit bedrijf maken ze gereedschap van _____________. In spinazie zit ook ____________.
CorrectIncorrect -
Question 29 of 36
29. Question
In het materiaal ______________zit ook ijzer. Ze gebruiken _______________vaak als bouwmateriaal.
CorrectIncorrect -
Question 30 of 36
30. Question
Ken je ‘schaar, ___________, papier’? Of begrijp je dat niet? Het is een soort spel. Een _________is hard.
CorrectIncorrect -
Question 31 of 36
31. Question
Mijn man en ik bouwen een huis van __________________. Het huis krijgt een woonkamer, een badkamer, twee slaapkamers en een zolder.
CorrectIncorrect -
Question 32 of 36
32. Question
Je moet het huis schoonmaken! Het huis is vies en ik zie ___________in de woonkamer en slaapkamer. Ik ben allergisch voor _______!
CorrectIncorrect -
Question 33 of 36
33. Question
Jij gaat naar de kledingwinkel en voelt aan de______________van de jurken en rokken.
CorrectIncorrect -
Question 34 of 36
34. Question
Wij wonen op de planeet ‘___________’, niet op de maan en ook niet op de zon.
CorrectIncorrect -
Question 35 of 36
35. Question
Zullen we samen ______________ ontdekken? Zullen we gaan reizen naar Azië, Afrika en Australi:e? JA! Een goed idee!
CorrectIncorrect -
Question 36 of 36
36. Question
Vandaag zat ik in het vliegtuig. Maar nu sta ik weer op ________.
CorrectIncorrect